Leesvaardigheid - inleiding en slot klas 2 kader

Leesvaardigheid - inleiding en slot
Klas 2 Kader
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Leesvaardigheid - inleiding en slot
Klas 2 Kader

Slide 1 - Slide

Zijn je spullen op orde?
  • Boek/kopie
  • Schrift
  • Pen/Potlood
  • Pak een Chromebook uit de kast

Slide 2 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?
  • Kort herhalen vorige les
  • Inleiding en slot
  • Zelfstandig aan de slag

Slide 3 - Slide

Leerdoel
Je kent diverse manieren voor een inleiding en een slot.

Slide 4 - Slide

Kort herhalen
  • Wat is het doel bij een overtuigende tekst?
  • Wat is een feit? Geef een voorbeeld.
  • Wat is een mening? Geef een voorbeeld.

Slide 5 - Slide

Zo controleer je nog eens of je alles goed hebt begrepen.
Ben je het eens met de mening in de tekst? Deze vragen helpen je daarbij:
  1. Kloppen de feiten in de tekst?
  2. Komt de tekst uit een betrouwbare bron?
  3. Heeft de schrijver verstand van het onderwerp?
  4. Wat heb ik zelf gezien of meegemaakt?





Slide 6 - Slide

Inleiding en slot
De inleiding is bedoeld om de lezer nieuwsgierig te maken. Dat kan de schrijver op verschillende manieren doen.

Slide 7 - Slide

Inleiding
  • Het onderwerp van de tekst noemen;
  • Een belangrijke vraag over het onderwerp stellen;
  • Een herkenbaar, opvallend of grappig verhaaltje vertellen.

Slide 8 - Slide

Slot
Het slot is bedoeld om de tekst af te sluiten. Ook daar zijn verschillende manieren voor.




Slide 9 - Slide

Slot
  • Een korte samenvatting van de tekst geven;
  • Een conclusie trekken: de schrijver geeft een eindoordeel (vaak te herkennen aan het woord dus);
  • Advies geven of een oproep doen aan de lezer.

Slide 10 - Slide

Functies inleiding + slot
Inleiding
Slot
Onderwerp aankondigen
Conclusie geven
Mening geven
Samenvatting geven
Aanleiding noemen
Advies / Waarschuwing geven
Vraag stellen

Slide 11 - Slide

Met andere woorden......
Je begrijpt een tekst beter als je let op de manier die de schrijver gebruikt in de inleiding en het slot.

Slide 12 - Slide

Wat weet je nu over inleiding en slot?

Slide 13 - Open question

Even oefenen
Zijn jullie hier klaar voor?

Slide 14 - Slide

Na de titel volgt de inleiding.
Wat schrijf je in de inleiding?
A
Je vertelt waar het verslag over gaat.
B
Je vertelt wat je gedaan hebt en hoe je dat deed.
C
Je kijkt terug op de activiteit en benoemt verbeterpunten
D
Je vertelt wat jouw conclusie is.

Slide 15 - Quiz

Wat is de bedoeling van de inleiding?
De inleiding is bedoeld om
A
de mening van de schrijver duidelijk te maken
B
een aantal deskundigen te introduceren
C
een uitleg te geven over de opbouw van de tekst
D
het onderwerp van de tekst aan te kondigen

Slide 16 - Quiz

In het slot...
A
wordt de tekst afgerond
B
wordt het onderwerp genoemd
C
staat meer informatie over het onderwerp

Slide 17 - Quiz

In de inleiding
A
worden deelonderwerpen besproken
B
maak je kennis met het onderwerp
C
wordt een samenvatting gegeven
D
staat de afbeelding

Slide 18 - Quiz

Als er 'dus' in het slot staat, wat zal dan waarschijnlijk de functie van het slot zijn?
A
Een advies geven
B
Een conclusie geven

Slide 19 - Quiz

Functies van het slot.
Wat is een functie of zijn functies van het slot?
A
een centrale vraag stellen
B
Een advies geven
C
Een samenvatting geven
D
enkele personen introduceren

Slide 20 - Quiz

Maak zelfstandig de volgende opdrachten
  • Open je Chromebook
  • Ga naar Learnbeat, blok 4
  • Ga naar paragraaf 4.10 D
  • Maak opdracht 1 t/m 10

Slide 21 - Slide