1. Kies een majeurtoonsoort en zoek de bijbehorende voortekens op (kwintencirkel).
2. Maak een akkoordenschema van 4 of 8 maten met de standaard 4 chords (HV4) of alle trappen behalve trap VII (V5). De volgorde en het harmonisch ritme (waar en hoe vaak de akkoorden wisselen) bedenk je zelf. Noteer je schema in akkoordsymbolen.
3. Speel je akkoordenschema en probeer een melodie te improviseren (neuriënd / zingend)