P2W3 A&F. Module 5.2 BLOEDVATEN

• Verpleging en verzorging
• MBO
• Studiejaar 1

Inhoud

• Terugkoppeling
• Leerdoelen
• Opdrachten en korte theorie uitleg
• Online/Huiswerk
• Evalueren

Terugkoppeling

• Vragen over het hart?
• Kahoot  

Tunica intima

De tunica intima is de binnenste laag die grenst aan de holte (lumen) van het bloedvat. Het is een laagje glad endotheel. Door de gladheid van deze binnenwand kan het bloed er vrijwel wrijvingsloos langs stromen.

Tunica media

De tunica media is de middelste laag. Deze bestaat uit twee componenten, namelijk elastisch bindweefsel en glad spierweefsel. De gladde spieren zorgen voor de verwijding en vernauwing van het bloedvat. Het elastische bindweefsel maakt de vaatwand rekbaar.

Tunica adventitia

Aan de buitenkant zit de tunica adventitia die is opgebouwd uit losmazig bindweefsel. Door deze laag lopen kleine bloedvaatjes, die de bloedvatwand zelf van voedsel en zuurstof voorzien.

Vooral de tunica media kan in dikte en samenstelling variëren, afhankelijk van het soort bloedvat.

Opdracht 1 (10 min)

Zoek anatomie en functie uit van de :

• grote slagaders
• kleine slagaders en arteriolen
• capillairen

Klassikale terugkoppeling

Opdracht (10 min)

Maak voor jezelf een overzicht van de verschillen 

tussen slagaderen en aderen.

Opdracht (10 min)

Bestudeer in TM module 5.2 het gedeelte van bloeddruk in het bloedvatenstelsel t/m bloeddrukbepalende factoren.

Schrijf eventuele vragen op.

Korte pauze

Een ander woord voor bloeddruk is

1. Arteriële druk
2. Tensie
3. Bovendruk
4. Onderdruk

De systolische druk is de

1. bovendruk
2. onderdruk
3. polsdruk

Het verschil tussen de bovendruk en onderdruk noemen we

1. capillaire druk
2. polsdruk
3. veneuze druk
4. arteriële druk

De bloeddruk in de kleine bloedsomloop is ......... dan in de grote bloedsomloop.

1. lager
2. hoger

De bloeddruk in de kleine bloedsomloop is lager doordat:

1. de rechterboezem met veel minder kracht pompt dan de linkerboezem
2. de rechterboezem met veel meer kracht pompt dan de linkerboezem
3. de rechterkamer met veel meer kracht pompt dan de linkerkamer
4. de rechterkamer met veel minder kracht pompt dan de linkerkamer.

Bloeddrukbepalende factoren zijn?

Opdracht (10 min)

• Werk de 2 manieren van bloeddrukregulatie uit.
• Klassikale nabespreking

Via zenuwen = neurale regulatie

Hartregulatiesysteem, bloeddruksensoren

Via hormonen = hormonale regulatie

antidiuretisch hormoon (ADH)

aldosteron

renine

adrenaline en noradrenaline

Online/Huiswerk

• Neem, indien nog niet gedaan, zelfstandig door: 'Uitwisseling van stoffen tussen weefsel en bloed' en 'weefselvocht' (TM 5.2) 
• Maak de verwerkingsopdrachten en stellingen van TM Anatomie&Fysiologie module 5.2 bloedvaten
• Lees ter voorbereiding op de volgende les in TM door: Module 5.3 bloed

Evaluatie

• Leerdoelen behaald?
• Tips en tops?