Samen Lezen 1

Kaasdorp is een gemeente in . . .?
A
Drenthe
B
Overijssel
C
Zuid-Holland
D
Limburg
1 / 20
next
Slide 1: Quiz
NT2MBOStudiejaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Kaasdorp is een gemeente in . . .?
A
Drenthe
B
Overijssel
C
Zuid-Holland
D
Limburg

Slide 1 - Quiz

Wat doet meneer Kok?
A
Hij is buschauffeur
B
Hij is zorghulp
C
Hij is politieagent
D
Hij is met pensioen

Slide 2 - Quiz

Wie wonen in de Julianastraat nummer 3?
A
De familie Jansen
B
Niemand
C
Meneer Kok
D
Wanna Smit en haar man

Slide 3 - Quiz

Wie wonen in de Julianastraat nummer 5?
A
De familie Jansen
B
Niemand
C
Meneer Kok
D
Wanna Smit en haar man

Slide 4 - Quiz

Wat is het beroep van Tim Bos?
A
Hij is buschauffeur
B
Hij is politieagent
C
Hij doet schoonmaakwerk
D
Hij is huisschilder

Slide 5 - Quiz

Wat is het beroep van Els Bos?
A
Zij is telefoniste in het ziekenhuis
B
Zij is huisarts
C
Zij doet schoonmaakwerk
D
Zij is huisvrouw

Slide 6 - Quiz

Waar hebben Bas en Anneke een huis gekocht?
A
In de stad
B
In Gorinchem
C
In Kaasdorp
D
In Amsterdam

Slide 7 - Quiz

Welke voorziening heeft Kaasdorp NIET?
A
het Ziekenhuis
B
de Basisschool
C
de Rabobank
D
het Dierentuin

Slide 8 - Quiz

Welke voorziening heeft Kaasdorp NIET?
A
de Rabobank
B
het Verzorgingshuis
C
de ING Bank
D
het Ziekenhuis

Slide 9 - Quiz

Welke voorziening heeft Kaasdorp wel?
A
het Dierentuin
B
de Basketbalclub voor kinderen
C
de ING Bank
D
het Gemeentehuis

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Slide

Wat is een zelfstandig naamwoord?
A
Een woord dat een plaats aangeeft.
B
Een woord dat een mens, een dier of een ding aangeeft.
C
Een woord dat een werkwoord beschrijft.

Slide 12 - Quiz

Bepaalde lidwoorden
Onbepaald lidwoord
  • Er zijn twee bepaalde   lidwoorden. DE, HET
  • Ze geven iets aan wat   voor jou duidelijk is.

het meisje
de hond
de auto

  • Er is één onbepaald   lidwoord. EEN
  • Het geeft iets algemeens   aan.

een meisje
een hond
een auto

Slide 13 - Slide

Hoe veel lidwoorden zijn er?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 14 - Quiz

Welk lidwoord is het onbepaald lidwoord?
A
de
B
het
C
een

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Slide

Benoem alle zelfstandig naamwoorden uit de regels 1-5.

Slide 17 - Open question

Schrijf die woorden op en zoek voor elk ervan het bepaalde lidwoord (de of het)
gemeente; provincie; gemeentehuis; basisschool; ziekenhuis; voetbalclub; verzorgingshuis; markt; Rabobank; bibliotheek; winkelcentrum; dorp; kaasfabriek

Slide 18 - Slide

DE
HET
de gemeente
de provincie
de basisschool
de voetbalclub
de markt
de Rabobank
de bibliotheek
de kaasfabriek
het gemeentehuis
het ziekenhuis
het verzorgingshuis
het winkelcentrum
het dorp

   
Volgende les heb je deze woorden nodig. 

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide