drie van de volgende:
− Hij zoekt naar alle kanten uitwegen om te ontsnappen, maar overal verschijnen wili’s die
hem terugsturen.
− De vrouwen sluiten hem in door een ‘molen-’ of kruisformatie.
− Hij wordt van de ene groep wili’s naar de andere geduwd tot hij uitgeput raakt.
− Hij wordt vastgehouden in een ronddraaiende formatie en/of in een gesloten cirkelvorm
gevangen gehouden.
− Uitgeput wendt hij zich tot Myrtha en smeekt haar (met gebaren) om genade, maar zij
geeft met armgebaren (in elkaar draaiend boven haar hoofd) aan dat hij moet doordansen
(tot de dood erop volgt: gekruiste vuisten).
− Alle vrouwen (in een lange diagonale rij) sturen hem genadeloos weg door
hand/armgebaren en/of voeren hem letterlijk af.