HA - week 40- Les 2 - Spelling hoofdletters en leestekens

Welkom!
Nederlands
Mevrouw Takken, TNL
tnl@jfc.nl
Ma, di, wo, vrij

Let op: 
Je pakt je spullen, maar ze blijven dicht op tafel liggen
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom!
Nederlands
Mevrouw Takken, TNL
tnl@jfc.nl
Ma, di, wo, vrij

Let op: 
Je pakt je spullen, maar ze blijven dicht op tafel liggen

Slide 1 - Slide

Stillezen
Spelling: bestaat uit 2 delen:

  1. Hoe schrijf je alles dat geen werkwoord is?
  2. Hoe schrijf je werkwoorden?

Wat gaan we doen vandaag:

Slide 2 - Slide

Stillezen
timer
10:00

Slide 3 - Slide

Hoe begin en hoe eindig je een zin?

- Start met een hoofdletter;
- Geef aan dat de zin ten einde is: punt, vraagteken, uitroepteken. 
Spelling:

Slide 4 - Slide

Wanneer gebruik je nog meer hoofdletters?

- (Start de zin met een hoofdletter;)
- In namen (alle namen, mensen, bedrijven, landen, plaatsen e.d. (Aardrijkskundige namen));
Woorden die afgeleid zijn van aardrijkskundige namen). 
Spelling:

Slide 5 - Slide

Leestekens:

- Punt, Vraagteken, Uitroepteken, Komma

Komma "vaagste":
- tussen twee persoonsvormen
- voor verbindingswoorden (daardoor, omdat, want.....)
- Na een uitroep. 'Hé, dat is mijn chocoladetaart!' 
Spelling:

Slide 6 - Slide

De boeren uit het Noorderland hebben tien vingers aan elke hand. Vijf en twintig aan handen en voeten.

Slide 7 - Open question

De boeren uit het Noorderland hebben tien vingers aan elke hand. Vijf en twintig aan handen en voeten.

  • De boeren uit het Noorderland hebben tien vingers, aan elke hand vijf, en twintig aan handen en voeten.
Hoe zit dit?

Slide 8 - Slide

Hoe zit dit?

Slide 9 - Slide

Hoe zit dit?

Slide 10 - Slide

Hoe zit dit?

Slide 11 - Slide

Welke is goed?
(niet aan het begin van de zin)
A
Mevrouw De Boer
B
mevrouw de Boer
C
mevrouw De Boer
D
mevrouw de boer

Slide 12 - Quiz

Welke is goed?
(niet aan het begin van de zin)
A
Mevrouw j. De Boer
B
mevrouw J. De Boer
C
mevrouw j. De Boer
D
mevrouw J. de Boer

Slide 13 - Quiz

Wat is goed?
(niet aan het begin van de zin)
A
in het Noordoosten
B
in het noordoosten
C
in het NoordOosten
D
in het noordOosten

Slide 14 - Quiz

Wat is goed?
(niet aan het begin van de zin)
A
Zuid-Limburg
B
zuid-Limburg
C
zuid-limburg
D
Zuid Limburg

Slide 15 - Quiz

Wat:
- Je maakt jouw leerlijn van spelling hoofdletters en leestekens.

Wanneer:
- Dinsdag (vandaag dus) en woensdag
Aan de slag:

Slide 16 - Slide