Nederlands les 1 - klas 2

Welkom!
1 / 32
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 2

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welkom!

Slide 1 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?

- Wat vind je moeilijk en zou je graag beter willen kunnen?
- Wat neem je mee in de lessen Nederlands?
- Wat verwacht ik van jou?
- Korte quiz

Slide 2 - Slide

Wat vind je moeilijk en zou je graag beter willen doen?

Slide 3 - Mind map

Ik vind begrijpend lezen... moeilijk/ makkelijk
😒🙁😐🙂😃

Slide 4 - Poll

Ik vind spelling... moeilijk/makkelijk
😒🙁😐🙂😃

Slide 5 - Poll

Ik vind grammatica... moeilijk/makkelijk
😒🙁😐🙂😃

Slide 6 - Poll

Wat moet je meenemen bij Nederlands?


Je laptop
Een etui 
Een schriftje om aantekeningen in te maken

Slide 7 - Slide



Wat verwacht ik van jou in de lessen?

  • Dat je op tijd aanwezig bent
  • Dat je telefoon in de tas zit
  • Dat je serieus meedoet 
  • Dat je vragen stelt als je iets niet begrijpt
  • Dat je respect hebt voor de anderen in de klas


Leren doe je samen!

Slide 8 - Slide

Een paar quizvraagjes!

Slide 9 - Slide

Wat is de persoonsvorm in de zin:
Marianne weet wat de persoonsvorm is.
A
Marianne
B
weet
C
persoonsvorm
D
Is

Slide 10 - Quiz

Wat is het meervoud?
A
machine
B
machientjes
C
machines

Slide 11 - Quiz

Meervoud: wat is het meervoud van piano?
A
pianos
B
pianoos
C
piano's
D
pianoo's

Slide 12 - Quiz

meervoud
timer
0:10
A
kroketten
B
kroketen
C
krokets
D
krokketten

Slide 13 - Quiz

De persoonsvorm is altijd een werkwoord.

Wat is de persoonsvorm?
A
De persoonsvorm
B
is
C
altijd
D
een werkwoord

Slide 14 - Quiz

Meervouden
A
sleeën
B
sleeen
C
sleën
D
sleen

Slide 15 - Quiz

Meervouden
A
cavias
B
cavia's
C
caviaen
D
caviaën

Slide 16 - Quiz

De persoonsvorm is altijd een...
A
werkwoord
B
een persoon

Slide 17 - Quiz

Wat is een persoonsvorm altijd?
A
Lidwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
werkwoord

Slide 18 - Quiz

meervouden

Wat is het meervoud van idee?
A
idees
B
ideeen
C
ideeën
D
ideën

Slide 19 - Quiz

Spelling
Welke spelling is correct?

A
Hond
B
Hont

Slide 20 - Quiz

Spelling
A
Spelfoutjes tellen niet mee
B
Hoofdletters tellen als spelfouten

Slide 21 - Quiz

Wat is de juiste spelling?
A
maneschijn
B
manenschijn

Slide 22 - Quiz

Wat is de juiste spelling?
A
engelse drop
B
Engelse drop

Slide 23 - Quiz

Wat is de juiste spelling?
A
alinea
B
allinea
C
alinia
D
allinia

Slide 24 - Quiz

spelling
A
... om 9 uur s' ochtends.
B
... om 9 uur 's ochtends.

Slide 25 - Quiz

Wat is de juiste spelling?
A
babys
B
baby's

Slide 26 - Quiz

Welke spelling is juist?

Ik ... moe van spelling.
A
wordt
B
wort
C
word

Slide 27 - Quiz

Wat is de juiste spelling?
A
miniemaal
B
minimaal
C
mienimaal
D
mieniemaal

Slide 28 - Quiz

Wat is de juiste spelling
A
plesier
B
pleizier
C
plezier
D
plezir

Slide 29 - Quiz

Wat is de juiste spelling?
A
doonatie
B
donatie
C
donati
D
donaatie

Slide 30 - Quiz

Wat is de juiste spelling?
A
Email
B
e-mail
C
email
D
E-mail

Slide 31 - Quiz

Wat moet je meenemen voor de volgende les?

Slide 32 - Slide