What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
5. Fenotype en genotype BS1
§5.1 Genotype vs fenotype
blz. 82
1 / 17
next
Slide 1:
Slide
BIOLOGIE
Voortgezet speciaal onderwijs
This lesson contains
17 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
§5.1 Genotype vs fenotype
blz. 82
Slide 1 - Slide
Wat leer je deze les?
Je weet de betekenis van de vaktaalwoorden
Aan het einde van de les k
an je antwoord geven op de volgende vraag;
Wat is het verschil tussen het fenotype en het genotype?
Slide 2 - Slide
Eigenschap-Zijn blauw geverfde haar is een opvallende eigenschap van hem.
Chromosomen- Chromosomen dragen het erfelijk materiaal van een organisme.
Organisme- Mensen, dieren en planten zijn voorbeelden van een organisme. Ze leven.
Genen-Ik zie aan de kleur ogen dat je de genen hebt van je moeder. Zij heeft net als jij bruine ogen.
Erfelijk- Zijn vader was ook vroeg kaal, misschien is het erfelijk.
Slide 3 - Slide
Fenotype = Eigenschappen van het uiterlijk
Genotype= Erfelijke eigenschappen
(DNA, genen van je ouders)
Slide 4 - Slide
Kijk naar de afbeelding
Leg uit:
Wat is het fenotype?
Wat is het genotype?
Slide 5 - Slide
Genotype
Fenotype
Met de krultang gekruld haar
Je lijkt op je vader
Chromosoom
Litteken
Gespierd lichaam
Slide 6 - Drag question
Hoe was het ook alweer?
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Chromosomen
- 23 paar
- 46 in totaal
Uitzondering:
Geslachtscellen zijn niet in paren.
Ze zijn enkelvoudig.
Zaadcel heeft 23 chromosomen
Eicel heeft 23 chromosomen
Slide 9 - Slide
Chromosomen
Uitzondering:
Geslachtscellen zijn niet in paren.
Ze zijn enkelvoudig.
Zaadcel heeft 23 chromosomen
Eicel heeft 23 chromosomen
Bevruchte eicel heeft 46 chromosomen
1 van vader, 1 van moeder
Slide 10 - Slide
Waar of niet waar:
een cel uit je maag bevat DNA
A
Waar
B
Niet waar
Slide 11 - Quiz
Waar of niet waar:
een cel uit je voet bevat informatie over de kleur van je ogen
A
Waar
B
Niet waar
Slide 12 - Quiz
Waar of niet waar:
je uiterlijk wordt bepaald door het genotype
A
Waar
B
Niet waar
C
Deels waar
Slide 13 - Quiz
Waar of niet waar:
Je oogkleur kun je van je ouders erven?
A
Waar
B
Niet waar
Slide 14 - Quiz
Waar of niet waar:
Het DNA bevat alle informatie voor erfelijke eigenschappen?
A
Waar
B
Niet waar
Slide 15 - Quiz
Waar of niet waar:
De informatie in het DNA hoort bij het genotype?
A
Waar
B
Niet waar
Slide 16 - Quiz
Kan je nu antwoord geven op de vraag?
Wat is het verschil tussen het fenotype en het genotype?
Noem zoveel mogelijk vaktaalwoorden
Wat is de betekenis?
Slide 17 - Slide
More lessons like this
D2BTH6 B2 Erfelijke eigenschappen - lln
April 2019
- Lesson with
48 slides
Biologie
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 2
D2BTH6 B2 oefenen
April 2019
- Lesson with
24 slides
Biologie
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 2
D2BTh6 B1 Je uiterlijk - lln
April 2019
- Lesson with
27 slides
Biologie
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 2
9.1 Jouw waarneembare eigenschappen
June 2022
- Lesson with
29 slides
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
9.1 Jouw waarneembare eigenschappen
May 2023
- Lesson with
25 slides
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
D2BTh6 B3 (Boek) Geslachtelijke voortpl ln
April 2019
- Lesson with
35 slides
Biologie
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 2
5.1 Verschillen tussen mensen
May 2023
- Lesson with
30 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
D2BTh6 B3 oefenen
April 2019
- Lesson with
16 slides
Biologie
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 2