pathologie ademhaling les 2

Spieren tussen de ribben waarmee de ribben en het borstbeen kunnen worden bewogen.
Spieren waarmee het midden-rif kan worden bewogen.
Ademhaling dankzij het samentrekken van het middenrif en de buikspieren.
Ademhaling dankzij het bewegen van de ribben en het borstbeen.
Voortdurende verversing van de lucht in de longen.
Tussenribspieren
Middenrifspieren
Buik-ademhaling
Borst-ademhaling
Ventilatie
1 / 28
next
Slide 1: Drag question
anatomie, fysiologie en pathologieMBOStudiejaar 1

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

Spieren tussen de ribben waarmee de ribben en het borstbeen kunnen worden bewogen.
Spieren waarmee het midden-rif kan worden bewogen.
Ademhaling dankzij het samentrekken van het middenrif en de buikspieren.
Ademhaling dankzij het bewegen van de ribben en het borstbeen.
Voortdurende verversing van de lucht in de longen.
Tussenribspieren
Middenrifspieren
Buik-ademhaling
Borst-ademhaling
Ventilatie

Slide 1 - Drag question

This item has no instructions

Langs welke route bereikt zuurstof de longblaasjes?
A
neusholte - keelholte - luchtpijp - strottenhoofd - luchtpijptakje - bronchiën - longblaasjes
B
neusholte-keelholte-slokdarm-strottenhoofd - luchtpijp - bronchiën - longblaasjes
C
neusholte - keelholte - strottenhoofd - luchtpijptakje - luchtpijp- bronchiën - longblaasjes
D
neusholte-keelholte-strottenhoofd - luchtpijp - bronchiën - kleineluchtpijptakje - longblaasjes

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

Waaruit bestaat de longcapaciteit?
A
Ademvolume + vitale capaciteit
B
Ademvolume + restvolume
C
Vitale capaciteit + restvolume

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Bloed dat naar de longblaasjes toestroomt is...
A
Zuurstofarm en koolstofdioxide rijk
B
Zuurstofrijk en koolstofdioxide arm
C
Zuurstofarm en koolstofdioxide arm
D
Zuurstofrijk en koolstofdioxide rijk

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Terug naar de basis

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Ademhaling 
Ademhaling: gemiddeld 15 keer per minuut

Inspiratie: Inademing (aanspannen diafragma)
  • Gebruik van (hulp)ademhalingsspieren
  • Longen worden naar beneden gezogen
  • Door drukverschil adem je lucht naar binnen
Expiratie: Uitademing (ontspannen diafragma)
  • Borstholte wordt kleiner

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

ademhaling hoger dan 30 per minuut
admenfrequentie lager dan 30 per minuut
overademhaling
Zeer diepe ademhaling, regematig
ademhaling neemt toe, dan af, daarna stopt het even
diepe ademhaling
oppervlakkige ademhaling
ademstilstand
tachypneu
bradypneu
Hyperventilatie
Kussmaulademhaling
Cheyne-stokesademhaling
Hypopneu
Hyperpneu
Apneu

Slide 8 - Drag question

This item has no instructions

Slide 9 - Video

This item has no instructions

Slide 10 - Video

Uitleg wat is COPD?
Wat is het verschil tussen Astma en COPD

Slide 11 - Open question

This item has no instructions

Astma en COPD
Astma en COPD: Vernauwing (obstructie) van de luchtwegen

Astma:
  • Vaak normaal longfunctioneren tussen aanvallen door
  • Oorzaak: allergie
  • Begint op jonge leeftijd
  • Normale levensverwachting
COPD:
  • Verminderde longfunctie tussen aanvallen door
  • Oorzaak: roken
  • Begint na 40e
  • Vroeger overlijden

Slide 12 - Slide

Beide lijken veel op elkaar! Er is geen zwart-wit onderscheid, maar veel overlap
COPD is een verzamelnaam voor:
A
Chronische bronchitis, Longemfyseem en Astma
B
Chronische bronchitis en Longemfyseem
C
Chronische bronchitis en Astma
D
Longemfyseem en Astma

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Wat zijn de bronchiën en waarom is het niet handig dat deze ontstoken zijn bij chronische bronchitis

Slide 14 - Open question

This item has no instructions

Wat is longemfyseem?
A
bronchiën zijn ontstoken
B
longblaasjes gaan verloren
C
chronische ontsteking van de longen
D
bloedpropje in de longen

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Een zorgvrager met COPD heeft
A
Een hoog zuurstofgehalte en een hoog CO2 gehalte
B
Een hoog zuurstofgehalte en een laag CO2 gehalte
C
Een laag zuurstofgehalte en een laag CO2 gehalte
D
Een laag zuurstofgehalte en een hoog CO2 gehalte

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Pneumonie is een
A
Klaplong
B
Longontsteking
C
Longkanker
D
COPD

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Wat is in de meeste gevallen de veroorzaker van een longontsteking?
A
Virus
B
Bacterie
C
Schimmel
D
Parasiet

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Pneumonie
pneu= lucht
Pneumonie of longontsteking is een ontsteking van de longblaasjes(alveoli) + omliggende longweefsel.
Dit kan in een deel van de long zijn (longkwab), in de gehele long of in beide longen

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Video

This item has no instructions

Wat gebeurt er als er lucht in de pleuraholte komt?
A
Dan kan je long niet meer bewegen
B
Dan krijg je een klaplong
C
Dan stroomt het pleuravocht weg
D
Dan krijg je een ontsteking

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

wat kan een klaplong veroorzaken?

Slide 22 - Open question

This item has no instructions

Welke aandoening zie je op de afbeelding?

Slide 23 - Open question

This item has no instructions

Longkanker symptomen
  • prikkelhoest die langer dan 3 weken duurt.
  • vorming van slijm in de longen.
  • bloed in het opgehoeste slijm.
  • longontsteking die maar niet overgaat, ook niet met antibiotica.
  • kortademigheid.
  • heesheid zonder keelpijn.
  • pijn op de borst, in de rug of bij de schouders.
  • zwelling in de nek of het gezicht.

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Risico's voor longkanker?

Slide 25 - Mind map

This item has no instructions

wat wil je herhalen in het vragenuurtje?

Slide 26 - Mind map

This item has no instructions

Chronische bronchitis
  • Chronische ontsteking
  • Beschermlaag en trilhaartjes beschadigen
  • Vernauwingen in de bronchiën
  • Verhoogde slijmproductie verstopping van de vernauwde bronchiënenmerken chronische bronchitis

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Longkanker behandeling
Behandeling van niet-kleincellige longkanker stadium 1
Keuze operatie of bestraling. Soms is endobronchiale behandeling voldoende als tumor klein is en hoog in luchtweg.
Behandeling van niet-kleincellige longkanker stadium 2 
Operatief. Voor- en na operatie chemotherapie. Ook bestraling kan uitkomst verbeteren. 
Behandeling van niet-kleincellige longkanker stadium 3
Chemoradiatie = een combinatie van chemotherapie en bestraling. Soms krijg je hierbij ook immunotherapie.

Slide 28 - Slide

This item has no instructions