21221201 Van A2 naar B1 les 16

Van A2 naar B1 les 16
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 11 slides, with text slides.

Items in this lesson

Van A2 naar B1 les 16

Slide 1 - Slide

Wat kan je als je niveau B1 is:

• Je kunt de belangrijkste punten begrijpen uit duidelijke standaardteksten over vertrouwde zaken die regelmatig voorkomen op het werk, op school en in de vrije tijd. 

• Je kunt je redden in de meeste situaties die kunnen optreden tijdens het reizen in gebieden waar de betreffende taal wordt gesproken.



Slide 2 - Slide

  • Je kunt een eenvoudige lopende tekst produceren over onderwerpen die vertrouwd of die van persoonlijk belang zijn.
  • Je kunt een beschrijving geven van ervaringen en gebeurtenissen, dromen, verwachtingen en ambities en  
  • Je kunt kort redenen en verklaringen geven voor meningen en plannen.

Slide 3 - Slide

Eerst, dan, daarna en tenslotte
Bladzijde 80 en 81 
Oefening 1: Pasta koken
  • Eerst zet je een pan water op het vuur
  • Dan breng je het water aan de kook 
  • Daarna voeg je de pasta (spaghetti, macaroni, enz. ) toe 
  • Tenslotte laat je de pasta uitlekken

Slide 4 - Slide

Luisteroefening

Slide 5 - Slide

woordenlijst beroep 
1. Werkgever 
2. Werknemer
3. Sollicitatiegesprek
4. Solliciteren
5. Vacature
6. Uitzendbureau
7. In vergelijking met

Slide 6 - Slide

8. In grote mate
9. Voltijd
10. Deeltijd
11. De banenmarkt
12. De arbeidsmarkt
13. Beroep
14. Werk
15. Baan
16. Enthousiast
17. Manager

18. Compensatie
19. Interesse
20. Vrije tijd
21. Zelfstandig
22. Onder begeleiding
23. Stage
24. Voor de lol
25. Serieus
26. Flierefluiten
27. Geschikte kleding
28. Indruk maken
29. Voldoening krijgen
30. Nuttig
31. Praktisch
32. Theoretisch
33. Kantoorbaan
34. Werken met je handen
35. Uitputten
36. Adviseren
37. Vrijwillig
38. Beroep uitoefenen
39. Geschikt
40. Locatie

Slide 7 - Slide

28. Indruk maken
29. Voldoening krijgen
30. Nuttig
31. Praktisch
32. Theoretisch
33. Kantoorbaan
34. Werken met je handen
35. Uitputten
36. Adviseren


37. Vrijwillig
38. Beroep uitoefenen
39. Geschikt
40. Locatie

Slide 8 - Slide

Pauze
Pauze

Slide 9 - Slide

Schrijfopdracht

Een e-mail, briefje of kaartje bestaat uit drie delen:
1) de aanhef
2) de inhoud
3) het slot.
Wie, wat, waar, wanneer, waarom, hoe?
Lees nu eerst de opdracht goed door, schrijf daarna de e-mail.


Slide 10 - Slide

Tot volgende week!

Slide 11 - Slide