This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Welkom!
Leg alvast klaar:
je iPad (log in bij LessonUp)
je leerwerkboek
je etui
Slide 1 - Slide
Planning
Theorie over lezen, wat weet je nog?
Huiswerk bespreken
Uitleg verschillende soorten informatieve teksten
Werkmoment
Afsluiten van de les => huiswerk volgende les
Slide 2 - Slide
Wat weet je nog?
Slide 3 - Slide
Wat hoort NIET bij een amuserende tekst?
A
Stripverhaal
B
Cabarettekst
C
Gedicht
D
Advertentie
Slide 4 - Quiz
Wat hoort NIET bij een informerende tekst?
A
recensie over een boek
B
verslag
C
nieuwsbericht
D
handleiding
Slide 5 - Quiz
Een kernzin is altijd de eerste zin in een alinea.
A
Dat is waar.
B
Dat is niet waar.
Slide 6 - Quiz
Bij welk tekstverband horen de signaalwoorden: terwijl, toen, zodra?
A
opsommend
B
tijdsvolgorde
C
tegenstellend
D
uitleggend
Slide 7 - Quiz
Voorbeeld: tijdsvolgorde
Zodra de kat de muis zag lopen, pakte ze hem aan zijn staart.
Toen ging ze lekker liggen, terwijl ze aan het snorren was.
Slide 8 - Slide
Bij welk tekstverband horen de signaalwoorden: echter, integendeel?
A
opsommend
B
tijdsvolgorde
C
tegenstellend
D
uitleggend
Slide 9 - Quiz
Voorbeeld tegenstellend
Ik was graag gekomen; ik ben echter verhinderd.
Ik vind dat geen goede film.
Integendeel: het is de slechtste in jaren.
Slide 10 - Slide
Bij welk tekstverband horen de signaalwoorden: want, daarom, namelijk?
A
uitleggend
B
redengevend
C
concluderend
D
vergelijkend
Slide 11 - Quiz
Voorbeeld redengevend
Oom Ger doet nooit mee met voetbal, want hij slaapt liever.
Er was een boom omgewaaid.
Daarom ben ik van het fietspad afgegaan
Slide 12 - Slide
Wat hoort NIET bij de functies van een slot?
A
aanleiding noemen
B
conclusie
C
samenvatting
D
advies
Slide 13 - Quiz
Huiswerk: leestaak 1.3
Opdrachten: opdrachten 19 t/m 23, start op pagina 39.
Welke vragen vond je lastig?
Verkennend: 19 => alle onderdelen goed bekeken?
Hoofdzaken: 20 => nauwkeurig gelezen?
Details: 21 en 22 => gelet op signaalwoorden?
Woordenschat: 23 => gelezen in de context?
Slide 14 - Slide
Leerdoelen 2.3
In deze paragraaf leer je: - verschillende informatieve teksten herkennen
- vaststellen of informatie objectief is
- tekstdoel en tekstsoort herkennen (herhaling)
Slide 15 - Slide
Informatieve teksten p. 105
Doel: de lezer informeren => feiten
Nieuwsbericht: krant => actueel
Uiteenzetting: uitleg over onderwerp
Interviewverslag: verslag van een vraaggesprek
Handleiding: uitleg hoe je iets moet doen
Let op de bron!
Slide 16 - Slide
Geleerde lessen uit onderzoek over afstandsonderwijs: weten wat werkt
Het onderwijs werd door de coronacrisis overvallen door een verplichte overstap naar afstandsonderwijs. Omdat de omschakeling zo plotseling kwam, wordt er ook wel gesproken van emergency remote teaching. Desondanks hebben scholen veel geleerd over wat effectief afstandsonderwijs is en wat ervoor nodig is om ook in de toekomst online en offline onderwijs te blijven combineren. Op basis van 9 onderwerpen hebben we deze geleerde lessen uit onderzoek over afstandsonderwijs voor u op een rij gezet.
Slide 17 - Slide
Om wat voor soort informatieve tekst gaat het?
A
Handleiding
B
Interviewverslag
C
Nieuwsbericht
D
Uiteenzetting
Slide 18 - Quiz
Slide 19 - Slide
Om wat voor soort informatieve tekst gaat het?
A
Handleiding
B
Interviewverslag
C
Nieuwsbericht
D
Uiteenzetting
Slide 20 - Quiz
Samen maken
Opdracht 3 van 2.3 Lezen
Schrijf direct mee.
Pagina 107.
Lees tekst 1, 2 en 3.
timer
4:00
Slide 21 - Slide
Werkmoment
Maak opdrachten 4, 5 en 6 in je leerwerkboek.
Kijk ze na.
Hoe ging het?
Klaar? Lees tekst 5 op pagina 112. Markeer alle signaalwoorden.