- Het belangrijkste in deze module is de ZDT, omdat hier het meeste in terugkomt.
- Het is een beetje vrij welke werkvorm je kan inzetten om hier mee aan de slag te gaan. (Dat is ook wat afhankelijk van hoe het gesprek verloopt in de training.)
- Je zou de groep in drieën kunnen verdelen en per groepje aan de slag kunnen met een element. (Breng in kaart (bv in een gestructureerde woordwolk): wat betekent dit voor jullie? Voor jou? Hoe kan je hier aandacht aan besteden? Welke werkvormen passen hierbij? Waarom is het moeilijk? Wat ga je morgen doen? Etc.)
- Mogelijk aan elkaar presenteren in een pitch.
Casus - en dan benaderen vanuit alle ZDT-elementen.