3H/T - 4.1 - Socialisten en anarchisten in Rusland

3H/T - 4.1


Socialisten en anarchisten in Rusland


1 / 20
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

3H/T - 4.1


Socialisten en anarchisten in Rusland


Slide 1 - Slide

Rusland 1914
Rusland 1917

Slide 2 - Slide

Russische samenleving: Middeleeuws
Standenmaatschappij: 
1. Orthodoxe geestelijken
2. Bojaren (adel)
3. Boeren (90 %) en burgers

1e en 2e stand betalen geen belastingen en hebben veel macht

Slide 3 - Slide

1e stand
2e stand
3e stand

Slide 4 - Slide

In de Steden
  • Rijke burgers, intellectuelen, middenstand, ambtenaren en arbeiders.
  • De arbeiders zijn meestal boeren die in de winter bij verdienen. De arbeiders leven onder hele slechte omstandigheden.
  • De intellectuelen denken na over de samenleving

Slide 5 - Slide

Platteland (90 % is boer!)
  • De boeren wonen in de MIR 
  • Lijfeigenschap (vorm van slavernij) (officieel in 1861 afgeschaft maar er verandert in de praktijk niets, nog steeds herendiensten, nog steeds alle belastingen betalen en hoge pacht)
  • Boeren ontevreden= een van de oorzaken van Russ. Revolutie.

Slide 6 - Slide

Noem een oorzaak van de Russische Revolutie?
A
De ongelijke/oneerlijke leefomstandigheden voor de 3e stand
B
De standenmaatschappij
C
Het leven in de steden
D
Het leven in de mir

Slide 7 - Quiz

Rusland raakt verdeeld in politieke stromingen

Slide 8 - Slide

Anarchisme en boerensocialisme
Bakoenin: - Hij wil de staat, tsaar, kerk en privé-bezit afschaffen.
                      - Hij wil dat de kleine gemeenschappen (mir) zelf 
                         beslissen
Anarchisme, toen zij nauwelijks aanhang 
kregen gingen zij geweld gebruiken: 
aanslagen. Dit werkte juist tegen hen.

Slide 9 - Slide

Narodniki
  • Intellectuelen/studenten die willen de samenleving veranderen. Zagen de Mir als iets moois.
  • Maar zijn niet welkom op het platteland, worden aan de politie uitgeleverd.

Slide 10 - Slide

Socialisten-revolutionairen
Zij willen de samenleving veranderen en willen de leefsituatie van de boeren verbeteren.  Zij  willen de boeren als grootste groep revolutionair maken.

Slide 11 - Slide

Marxistisch socialisme
  • Socialistisch
  • Revolutie ontstaat pas in moderne landen met veel industrie


  • Leidde tot de bolsjewieken en mensjewieken

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Marxisten
Theorie van Karl Marx (boek: das Kapital): de fabrieksdirecteuren worden steeds rijker, de arbeiders (het proletariaat)krijgen het steeds slechter en pikken het niet meer. Zij komen in opstand (revolutie),
het arbeidersproletariaat neemt de macht. Zij willen alle bezit afschaffen en een communistische heilstaat bereiken. In deze staat bestaat bezit of eigendom niet meer: alles is van iedereen en iedereen neemt naar behoefte en levert waar hij goed in is.
Het arbeidersproletariaat zijn de fabrieksarbeiders.

Slide 14 - Slide

Wat is socialisme?
A
streven naar een samenleving met zoveel mogelijk vrijheid
B
streven naar een maatschappij zonder bestuur
C
streven naar een samenleving waarin mensen een bestuur kiezen
D
streven naar een samenleving met zoveel mogelijk gelijkheid

Slide 15 - Quiz

Wat is anarchisme?
A
streven naar een samenleving met zoveel mogelijk vrijheid
B
streven naar een maatschappij zonder bestuur
C
streven naar een samenleving waarin mensen een bestuur kiezen
D
streven naar een samenleving met zoveel mogelijk gelijkheid

Slide 16 - Quiz

Geen lijfeigenen, wel koelakken
-Lijfeigenschap afschaffen (1861) moesten zorgen voor modernisering. --> Leidde tot schulden.
-Zelfstandige marktgerichte boeren: koelakken. Dit werd door de tsaar gestimuleerd.
-Tsaar probeert de misstanden in de fabrieken te verbeteren.
-Tsaar stimuleert handel, industrie en infrastructuur, (modernisering dmv mijnbouw, spoorwegen en fabrieken)

Slide 17 - Slide

Doema (=parlement)

In 1905 liet Nicolaas II toe dat er een Doema kwam. (nav  Japans-Russische oorlog).


De Doema had alleen een adviserende 
functie; de Doema had geen macht. 

Slide 18 - Slide

Welke oorzaken van de Russ. Revolutie heb je tot nu toe gehoord?
A
alleenheerschappij Tsaar
B
onvrede bij de derde stand
C
Doema geen macht
D
onvrede bij de bojaren

Slide 19 - Quiz

Zelf aan de slag!

Maken + lezen 4.1 opdr:1,2,3,5,6,8,9


= Hw voor volgende les.

timer
5:00

Slide 20 - Slide