2 vmbo-kgt thema 2.1 Voeding en vertering: voedingsmiddelen

Thema 2 Voeding en vertering
2.1 Voedingsmiddelen
1 / 20
next
Slide 1: Slide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Thema 2 Voeding en vertering
2.1 Voedingsmiddelen

Slide 1 - Slide

wat gaan we vandaag doen?
 Thema 2 Voeding en vertering
leerdoelen vandaag
2.1 voedingsmiddelen
zelf aan de slag
controleren leerdoelen

Slide 2 - Slide

leerdoelen vandaag (2.1)
Aan het einde van de les:
- kun je de functies van voedingsstoffen en voedingsvezels in voedingsmiddelen noemen

Slide 3 - Slide

2.1 Voedingsmiddelen
Het meeste voedsel komt van planten.
Veel mensen eten ook dieren en dierlijke producten.

In voedsel zitten de stoffen die je lichaam nodigt heeft.

Slide 4 - Slide

2.1 Voedingsmiddelen
voedingsmiddelen: alles wat je eet en drinkt

voedingsmiddelen bevatten verschillende voedingsstoffen

Slide 5 - Slide

2.1 Voedingsmiddelen
Er zijn verschillende soorten voedingsmiddelen:
- plantaardige voedingsmiddelen: bestaat uit (delen van) planten (bv. groente/fruit/granen)
- dierlijke voedingsmiddelen: afkomstig van dieren (bv. eieren, melk, vlees)

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

In de afbeelding hiernaast zie je sojadrink en halvarine.
Deze producten lijken op boter en melk, maar zijn niet afkomstig van dieren.
Sojamelk wordt gemaakt van sojabonen (peulvruchten) en halvarine van plantaardige olie.

Slide 8 - Slide

2.1 Voedingsmiddelen
Voedingsmiddelen bevatten verschillende voedingsstoffen.
Voedingsstoffen zijn bruikbare delen van voedingsmiddelen.

Het zijn de stoffen die je lichaam nodigt heeft voor energie en om te groeien en te herstellen.



Slide 9 - Slide

Voedingsstoffen hebben 4 functies in je lichaam:

- brandstof
- bouwstof
- reservestof
- beschermende stof

Slide 10 - Slide

2.1 Voedingsmiddelen
brandstoffen:
- zijn nodig voor de verbranding in alle cellen van je lichaam
- leveren energie
- energie heb je nodig om te bewegen, om je lichaamstemperatuur op peil te houden, voor groei en ontwikkeling van je lichaam en voor herstel bij verwondingen en beschadigingen

Slide 11 - Slide

bouwstoffen:
 voor groei, ontwikkeling en herstel
- met bouwstoffen kan je lichaam nieuwe cellen en weefsels maken

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

reservestoffen:

- heeft je lichaam niet meteen nodig
- worden opgeslagen in je lichaam
- kunnen later door je lichaam gebruikt als bouwstof of brandstof

Slide 14 - Slide

beschermende stoffen:

- zorgen ervoor dat je niet ziek wordt

Slide 15 - Slide

 voedingsvezels
Veel plantaardige voedingsmiddelen
Je kan deze stoffen niet verteren.

Voedingsvezels zorgen voor een verzadigd gevoel (het gevoel dat je genoeg hebt gegeten) en ze zijn nodig voor een goede darmwerking.

Voedingsvezels zitten in groente, fruit, aardappelen, volkorenbrood, peulvruchten, noten en ontbijtgranen.


Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

zelf aan de slag
2.1 Voedingsmiddelen: lees de tekst en maak de opdrachten:
opdracht 1 t/m 4 en 7 en 8

2.2 voedingsstoffen les de tekst voor de volgende les. We gaan dan gelijk starten!




Slide 18 - Slide

herhalen leerdoelen
Aan het einde van de les:
- kun je de functies van voedingsstoffen en voedingsvezels in voedingsmiddelen noemen

Slide 19 - Slide

Aan het einde van de les:
Noem de functies van voedingsstoffen en voedingsvezels in voedingsmiddelen

Slide 20 - Open question