Hoofstuk 2: klanten informeren en doorverwijzen

• Verkooppraktijk
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 2

Detail Kiem

Wat doe jij in de winkel?

Hoofdstuk 2

2.4 Klanten informeren en doorverwijzen.

Aan het eind van deze les:

- Kun je benoemen waarom het belangrijk is dat je een klant goede informatie kunt geven.

- Kun je bedenken wat je kunt doen als je zelf niet de juiste informatie weet. 

1. Wat zijn klanten?

2. Wanneer hoor je bij het personeel?

Herhaling: 

klanten gaan naar een winkel:

- om gewoon rond te kijken

- om bewust een artikel te kopen

- om advies te vragen

- omdat een artikel in de aanbieding is

3. Waarvoor komt de klant naar de winkel?

4. Wat is belangrijk bij het begroeten van de klant? Noem 2 dingen

Samen nakijken:

- Nakijken vraag 9 t/m 12

Theorie van vandaag:

- Klanten informeren en doorverwijzen. 

Je werkt bij Zeeman. Klanten kunnen bij Zeeman zelf artikelen pakken uit de schappen.
Welk gedrag past bij deze winkel?

1. Je vraagt of je de klant kunt helpen en biedt hem een kopje koffie aan
2. Je laat de klant met rust totdat je merkt dat hij iets wil vragen
3. Je vraagt de klant om een beetje op te schieten, omdat je niet de hele dag de tijd hebt.

Je werkt bij Bruynzeel Keukens. Klanten worden hier uitgebreid geïnformeerd over de verschillende keukens.
Welk gedrag past bij deze winkel?

1. Je vraagt of je de klant kunt helpen en biedt hem een kopje koffie aan
2. Je laat de klant met rust totdat je merkt dat hij iets wil vragen
3. Je vraagt de klant om een beetje op te schieten, omdat je niet de hele dag de tijd hebt.

Informeren

Je kunt een klant op de volgende manier informeren over een artikel: 

- Door uit je hoofd er van alles over te vertellen

- Door hem documentatie te geven

- Door hem te wijzen op de informatie op het artikel zelf

Klanten doorverwijzen

Kun je ze toch niet zelf helpen? Dan verwijs je de klant door naar bijvoorbeeld een collega of een anderen afdeling. Doorverwijzen betekent dat je de klant naar een ander stuurt, die hem dan gaat helpen.