classificatie GHZ

1 / 23
next
Slide 1: Slide
verpleegkunde ghzMBOStudiejaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Waarom leer je over classificatie?
Dit is belangrijk omdat je in beeld moet krijgen welke niveaus en mate van verstandelijke beperkingen er zijn.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat is een verstandelijke beperking?
  • Iemand met een verstandelijke beperking heeft een IQ van maximaal 75. Er zijn grote verschillen tussen mensen met een verstandelijke beperking. Daarom maken we onderscheid tussen mensen met lichte, matige, ernstige en diepe verstandelijke beperking.
  • Als je een verstandelijke beperking hebt, denk je minder snel dan leeftijdsgenoten. Ook vind je het lastig om dingen te begrijpen. Vaak heb je ondersteuning nodig met wonen, op school, op je werk en in contact maken met andere mensen. Soms gaat een verstandelijke beperking gepaard met gedragsproblemen of een psychische aandoening.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Waardoor ontstaat een verstandelijke beperking?
  • Een verstandelijke beperking, of een verstandelijke handicap, kan meerdere oorzaken hebben. Zo kan het zijn dat er een stukje hersenen ontbreekt, waardoor dit niet gebruikt kan worden, maar het kan ook zijn dat er een hersenbeschadiging is ontstaan op enig moment in het leven.
  • Het is dan ook zeker niet zo dat iedereen die verstandelijk beperkt is ook zo geboren is. Mensen kunnen ook op latere leeftijd verstandelijk beperkt raken.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

mogelijke oorzaken
  • Stoornissen die voortkomen uit een syndroom kunnen een rol spelen, zoals het geval is bij downsyndroom, maar ook diverse invloeden tijdens de zwangerschap, dus van buitenaf, kunnen ervoor zorgen dat iemand verstandelijk beperkt raakt. 
  • Het zit in de familie; ouders hebben een verstandelijke beperking
  • Hierbij valt te denken aan bepaalde medicatie, vergiftiging, infectieziekten, straling, drank of drugs. Ook tijdens of vlak na de geboorte kan verstandelijke beperktheid ontstaan, bijvoorbeeld door meningitis of zuurstoftekort.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Belangrijke begrippen
Cognitieve functies of vaardigheden zijn onder meer geheugen, intelligentie, taal en concentratie. Dankzij die functies ben je in staat om informatie en kennis op te nemen en te verwerken.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

cijfers
Ongeveer één procent van alle Nederlanders heeft een verstandelijke beperking. Daarvan heeft iets minder dan de helft een ernstig verstandelijke beperking, de rest heeft een lichte verstandelijke beperking (LVB).

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Video

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

Eenvoudig uitgelegd: je analyseert een situatie en komt zo tot een logische, verstandige conclusie.

Slide 13 - Video

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Licht verstandelijke beperking zie je vaak aan de buitenkant niet
Naarmate het kind met een verstandelijke beperking ouder wordt, valt de ontwikkelingsachterstand meer op. De taalontwikkeling blijft achter – zowel de actieve als de passieve taalvaardigheid – waardoor het kind zich minder goed kan uitdrukken. ‘Eerst doen en dan denken’ ligt hem in de regel beter dan andersom. Vaak spelen deze kinderen graag met jongere kinderen. Het is net alsof ze beseffen dat ze met hen wel in de ‘ontwikkelingspas’ lopen. Ook het gebrek aan zelfstandig gedrag, zoals dat bij de kalenderleeftijd zou passen, wordt opvallender. 

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Video

This item has no instructions

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Bij mensen met een ??? verstandelijke beperking ontwikkelt de taal zich op een eenvoudig niveau.
A
Ernstige
B
licht
C
Zeer ernstig
D
matig

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Een lichte / matige / ernstige / diepe verstandelijke beperking valt vaak pas op als de ontwikkeling van schoolse vaardigheden achterblijft
A
Matige
B
ernstige
C
diepe (zeer ernstige)
D
lichte

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

De meeste mensen met een lichte / matige / ernstige / diepe verstandelijke beperking kunnen niet praten. Het contact met de omgeving is beperkt en bestaat uit een zeer klein repertoire van reacties.
A
Lichte
B
Matige
C
ernstige
D
diepe (zeer ernstige)

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

associatie
Associatie is het in gedachten verschillende zaken met elkaar in verband brengen.


Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Oefening in 2 tallen, eerste gedachte opschrijven.
Daarna met elkaar bespreken of je aan dezelfde dingen dacht..


Waar denk je aan bij het woord :
Bus
Opa
Kip
Fiets
arm
groot

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Aan het werk met thieme 5.15

Slide 23 - Slide

This item has no instructions