H4 spelling werkwoorden havo/vwo

H4 spelling
werkwoorden
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

H4 spelling
werkwoorden

Slide 1 - Slide

spelling samenstellingen
Ik kan werkwoorden in de pvvt correct spellen.
deze lessonup
startopdracht en filmpje
groene blok

Nederlands
21 april
Maak opdracht 1 t/m 5
Kan ik werkwoorden in de pvvt correct spellen?
Hoe ging het?
Afmaken opdracht 1 t/m 5 voor de volgende les (zie som).

Slide 2 - Slide

ZWAKKE en STERKE

werkwoorden


Wat is het verschil?

Slide 3 - Slide

STERKE

werkwoorden


heeft de KRACHT om in de verleden tijd te veranderen

Slide 4 - Slide

VOORBEELD

STERKE WERKWOORDEN


kopen - ik koop - ik kocht

lopen - ik loop - ik liep

geven - ik geef - ik gaf

kruipen - ik kruip - ik kroop

Slide 5 - Slide

ZWAKKE

werkwoorden


de klank blijft in de verleden tijd hetzelfde

Slide 6 - Slide

REGELS verleden tijd

bij zwakke werkwoorden


In het enkelvoud: stam + te / stam + de


In het meervoud: stam + ten / stam + den

Slide 7 - Slide

REGELS verleden tijd

bij zwakke werkwoorden


- Vaak hoor je of je stam + te(n) of stam + de(n)

moet gebruiken


- Gebruik een ezelsbruggetje als je

het niet (zeker) weet

't ex-kofschip


Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Let op!
Van een voltooid deelwoord kun je een bijvoeglijk naamwoord maken. 

Eindigt het voltooid deelwoord op -d of -t?
Schrijf het bijvoeglijk naamwoord zo kort mogelijk.

Testen -> getest -> Het uitvoerig geteste vuurwerk.

Soms voor uitspraak wel -dde of -tte:
De geredde vluchteling.

Slide 10 - Slide

infinitief
pvtt
pvvt
volt. dw.
bijv. nw.
begroeten
smeren
verrassen
redden

Slide 11 - Slide

infinitief
pvtt-hij
pvvt-hij
volt. dw.
bijv. nw.
begroeten
begroet
begroette
begroet
begroete
smeren
smeert
smeerde
gesmeerd
gesmeerde
verrassen
verrast
verraste
verrast
verraste
redden
redt
redde
gered
geredde

Slide 12 - Slide

spelling samenstellingen
Ik kan werkwoorden in de pvvt correct spellen.
deze lessonup
startopdracht en filmpje
groene blok

Nederlands
21 april
Maak opdracht 1 t/m 5
Kan ik werkwoorden in de pvvt correct spellen?
Hoe ging het?
Afmaken opdracht 1 t/m 5 voor de volgende les (zie som).

Slide 13 - Slide

Is
VERVEN
een zwak werkwoord?
A
ja
B
nee

Slide 14 - Quiz

Is
FIETSEN
een zwak werkwoord?
A
ja
B
nee

Slide 15 - Quiz

Is
SCHRIKKEN
een zwak werkwoord?
A
ja
B
nee

Slide 16 - Quiz

Is
BIJTEN
een zwak werkwoord?
A
ja
B
nee

Slide 17 - Quiz

MAKEN
VT - Ik ..... mijn huiswerk
A
maakde
B
maakden
C
maakte
D
maakten

Slide 18 - Quiz

HALEN
VT - Jij ..... op tijd de finish
A
haalde
B
haalden
C
haalte
D
haalten

Slide 19 - Quiz

GRENZEN
VT - Het huis ..... aan het bos
A
grenste
B
grensten
C
grensde
D
grensden

Slide 20 - Quiz

doden
VT - De leeuwen ..... het kleine schaap
A
dode
B
doden
C
doodde
D
doodden

Slide 21 - Quiz

liften
VT - De jongens ..... naar Frankrijk
A
lifte
B
liften
C
liftte
D
liftten

Slide 22 - Quiz

LEIDEN
VT - De gids ..... ons door de diepe grot
A
leide
B
leiden
C
leidde
D
leidden

Slide 23 - Quiz

DOELEN

- verschil tussen zwakke en sterke werkwoorden kennen

- de persoonsvorm van zwakke werkwoorden in de verleden tijd goed schrijven

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Video