This lesson contains 51 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
2.8 Landschap
Het Nederlandse landschap ontstaat
Slide 1 - Slide
Lesdoelen
Na de les kun je uitleggen wat het verschil is tussen hoog en laag Nedeland
Na de les weet je wat een stroomgebied is en hoe deze ontstaat
Na de les weet je wat stuwwallen zijn, waar deze zich bevinden in Nederland en hoe ze zijn onstaan
Slide 2 - Slide
Wat weet je nog???
In de volgende dia's komen enkele vragen met begrippen.
Wat weet jij nog over de vorige paragrafen??
Slide 3 - Slide
Wat is verwering?
Slide 4 - Open question
Verwering
Slide 5 - Slide
Verwering
Mechanische verwering
Chemische verwering
Slide 6 - Slide
Verwering
Mechanische verwering
Chemische verwering
Vorstverwering
Woestijnverwering
Biologische verwering
Zuurstof
Zuur water
(water + Co2)
Roest
Grotten
Slide 7 - Slide
Welke vorm verwering zie je?
A
Vorst verwering
B
Chemische verwering
C
Biologische verwering
D
Verwering door temperatuurverschillen
Slide 8 - Quiz
6. Welke vorm verwering zie je?
A
Vorst verwering
B
Chemische verwering
C
Biologische verwering
D
Verwering door temperatuurverschillen
Slide 9 - Quiz
Welke verwering?
A
Vorstverwering
B
Biologische verwering
C
Verwering door temperatuurverschil
Slide 10 - Quiz
Welk soort verwering?
A
Vorstverwering
B
Biologische verwering
C
Verwering door temperatuurverschil
Slide 11 - Quiz
Welk soort verwering?
A
Vorstverwering
B
Biologische verwering
C
Verwering door temperatuurverschil
Slide 12 - Quiz
Wat is erosie?
Slide 13 - Open question
A
erosie
B
sedimentatie
C
verwering
Slide 14 - Quiz
A
erosie
B
sedimentatie
C
verwering
Slide 15 - Quiz
A
erosie
B
sedimentatie
C
verwering
Slide 16 - Quiz
Wat is 'sedimentatie'?
Slide 17 - Open question
In de benedenloop is veel sedimentatie.
A
goed
B
fout
Slide 18 - Quiz
Welke begrippen passen bij deze foto?
A
benedenloop - delta - sedimentatie
B
benedenloop - delta - erosie
C
benedenloop - verwering - erosie
D
benedenloop - puinwaaier - sedimentatie
Slide 19 - Quiz
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Video
Slide 25 - Slide
Slide 26 - Slide
Slide 27 - Slide
Slide 28 - Slide
Slide 29 - Slide
Slide 30 - Video
Slide 31 - Slide
Slide 32 - Slide
Slide 33 - Slide
Slide 34 - Slide
Slide 35 - Slide
Slide 36 - Slide
Slide 37 - Slide
Slide 38 - Slide
Slide 39 - Slide
Slide 40 - Slide
Lees paragraaf 2.8 (blz. 42 en 43)
De opdrachten die je moet maken zijn 1,3 (a en b) en kiezen uit 2(a,b,c) of 5(a,c en d)
Slide 41 - Slide
Lesdoelen
Na de les kun je uitleggen wat het verschil tussen hoog en laag nedeland is
Na de les weet je wat een stroomgebied is en hoe deze ontstaan
Na de les weet je wat stuwwallen zijn, waar deze zich bevinden in Nederland en hoe ze zijn onstaan
Slide 42 - Slide
Dit is de/het ……… van de rivier
A
loop
B
stroomgebied
Slide 43 - Quiz
Op de afbeelding hiernaast zie je een...
A
bron
B
monding
C
stroomgebied
D
waterscheiding
Slide 44 - Quiz
Waar bevindt Nederland zich in de waterkringloop?
A
Bovenloop
B
Benedenloop
C
Middenloop
D
Stroomgebied
Slide 45 - Quiz
Stuwwallen zijn door rivieren ontstaan,
A
Fout
B
Goed
Slide 46 - Quiz
Stuwwallen vind je ook in Laag-Nederland.
A
Goed
B
Fout
Slide 47 - Quiz
Hoe zijn stuwwallen ontstaan?
A
door rivieren
B
door wind
C
door ijs
D
rivieren gingen ineens anders lopen
Slide 48 - Quiz
1. Het ijs kwam ooit tot de RUM lijn. 2. Stuwwallen vind je in heel Nederland.
A
Beide zinnen zijn goed
B
Beide zinnen zijn fout
C
Zin 1 = goed en
zin 2 = fout
D
Zin 1 = fout en
zin 2 = goed
Slide 49 - Quiz
Vier uitspraken:
A De grond in Hoog Nederland is ouder dan tienduizend jaar. B De grond in Laag Nederland is ontstaan door een snelle zeespiegelstijging. C De grond in Laag Nederland is ouder dan tienduizend jaar. D De duinen zijn lager dan de stuwwallen in Hoog Nederland.