This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Kwaliteit, Arbo en Milieu
Hfd 2 Gevaarlijke stoffen
Slide 1 - Slide
Gevarensymbolen. Sleep de beschrijving naar het juiste symbool
Ontvlambare stoffen
Explosieve stoffen
Gevaarlijke- schadelijke-irriterende stoffen
Bijtende stoffen
Giftige stoffen
Slide 2 - Drag question
ADR : Europees verdrag over het internationale transport van gevaarlijke stoffen over de weg.
WVGS : Wet Vervoer Gevaarlijke Stoffen. Wet die regelt het vervoer van gevaarlijke stoffen in Nederland.
IATA : International Air Transport Association. Regelt het vervoer van gevaarlijke stoffen door de lucht.
IMDG : Internationa Maritime Dangerous Goods Code. Wet die het vervoer van gevaarlijke stoffen over zee regelt.
Slide 3 - Slide
REACH-wetgeving gaat over de productie en handel van chemische stoffen. REACH staat voor:
A
Registratie Evaluatie Autorisatie en restrictie van CHemische stoffel
B
Rechten Evenals Actie CHemische stoffen
C
Route Evaluatie Air en Internationlal van CHemische stoffel
Slide 4 - Quiz
Sleepvraag: Wie regelt het transport van gevaarlijke stoffen door de lucht, over de weg en over zee?
IATA
IMDG
ADR / WVGS
Slide 5 - Drag question
Het transport van gevaarlijke stoffen over de weg met vrachtwagens. Door dit bord weten alle personen betrokken bij de behandeling van die stoffen welke acties ze moeten ondernemen om het risico op ongevallen zoveel mogelijk te beperken.
A
Nummerbord
B
ADR-Bord
C
Gevarensymbool
Slide 6 - Quiz
Sleepvraag: Dit is een ADR-bord. Welk getal is het gevarenindicatienummer en welke het stofidentificatienummer?
gevarenindicatienummer
stofidentificatienummer
Slide 7 - Drag question
Wat betekent dit symbool:
A
Biem!
B
Zo ne grote vuurbal jonge, BAM !
C
Explosiegevaar
D
Brandgevaarlijk
Slide 8 - Quiz
Het ADR heeft de gevaarlijke stoffen ingedeeld in 9 klassen. Sleep de beschrijving naar de juiste klasse.
Klasse 1
Klasse 2
Klasse 3
Klasse 4
Klasse 5
Klasse 6
Klasse 7
Klasse 8
Klasse 9
Brandbare vloeistoffen
Giftige stoffen
Explosief
Bijtende stoffen
Brandbare vaste stoffen
Radioactieve stoffen
Gassen
Oxiderende stoffen
Diverse gevaarlijke stoffen
Slide 9 - Drag question
Omgaan met gevaarlijke stoffen 2.2. Zet het stappenplan in de juiste volgorde.
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
Scheiding van mens en bron
Persoonlijke bescherming
Bronaanpak
Ventilatie
Slide 10 - Drag question
Sleep de juiste kleur naar het juiste vakje in de tekst.
De gevarendiamant ziet eruit als een ruit met gekleurde vakjes. Het geeft informatie over de gezondheidsrisico's. Hoe hoger het cijfer, hoe groter het gevaar.
Elke kleur geeft een bepaald soort informatie.
Brandgevaar wordt weergegeven in de kleur :
De kleur :............................. gaat over de reactiviteit.
Gezondheidsrisico's vind je in de kleur
en ................................. gaat over de bijzondere aanduidingen.
Rood
Blauw
Geel
Wit
Slide 11 - Drag question
Welke zin geeft aan hoe je met de stof moet omgaan?
A
Een P-zin
B
Een H-zin
C
Een EUH-zin
D
Een ON-zin
Slide 12 - Quiz
Wat zijn voorbeelden van een H-zin? Er zijn dus meerdere antwoorden mogelijk
A
Tegen vocht beschermen
B
Zeer giftig voor in het water levende organismen
C
Koel bewaren
D
Dodelijk bij inslikken
Slide 13 - Quiz
Sleep het gevaarsetiket naar de juiste beschrijving