Argumenteren

Argumenteren naar debatteren
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijs

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Argumenteren naar debatteren

Slide 1 - Slide

Wat hebben we al gedaan
- Jullie weten al wat feiten, meningen en argumenten zijn.

Slide 2 - Slide

Leerdoelen van deze les
- Even de vorige les opfrissen.
- Kijken hoe ver jullie zijn. 
- Verder met de opdrachten.

Slide 3 - Slide

Staat hier tussenhaakjes een feit, mening of argument?

Binnen is het gezellig, (omdat we gezamenlijk een spel doen.)
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 4 - Quiz

Staat hier een feit, mening of argument?

Ik vind die appeltaart echt niet te vreten.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 5 - Quiz

Welk deel is het argument en welk deel is de mening?
Bij één van de opdrachten zit een feit.
"Ik wil niet naar buiten, omdat het regent"

Argument: omdat t/m regent
Mening: ik t/m buiten

Slide 6 - Slide

‘Alle lantaarnpalen moeten ‘s nachts uit, want dat bespaart heel veel energie.’

Slide 7 - Open question

‘Ik heb geen buspas, daarom ga ik vaak lopend naar school.’

Slide 8 - Open question

'Ik vind
het belangrijk mijn huiswerk goed te maken, want daar leer ik veel van.’

Slide 9 - Open question

Staat hier een feit, mening of argument?

Op 1 maart mogen de leerlingen weer naar school om fysiek les te volgen.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 10 - Quiz

Zelfstandig of in tweetallen werken aan de opdrachten.
- Ga verder met tekst 2 en maak de opdrachten die daarbij.

Slide 11 - Slide