Argumenteren en mening verwoorden

Argumenteren
1 / 27
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Argumenteren

Slide 1 - Slide

Theorie 
Stelling: een bewering over een onderwerp om een discussie op gang te brengen.
mening: daarmee geef je je standpunt (vóór of tegen) over dat onderwerp.
Argument: reden waarmee je anderen overtuigt van je standpunt.
 Feit: kan je controleren. Deze uitspraak is waar.







Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Staat hier een feit, mening of argument?

Uit onderzoek blijkt dat roken slecht is voor je gezondheid.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 4 - Quiz

Wat is een argument?
A
een argument is bewijsbaar
B
een argument is een reden waarom jij iets vindt

Slide 5 - Quiz

mening
feit
standpunt
objectief
subjctief
stellingname
kun je over discussiëren
kun je controleren

Slide 6 - Drag question


Alle lantaarnpalen moeten ’s nachts uit
A
stelling
B
mening
C
argument

Slide 7 - Quiz


Alle lantaarnpalen moeten ’s nachts uit, dat is beter voor het milieu
A
stelling
B
mening
C
argument

Slide 8 - Quiz



Alle lantaarnpalen moeten ’s nachts uit, dat bespaart kosten.
A
stelling
B
mening
C
argument

Slide 9 - Quiz

Enkele stellingen
Wat is jouw mening en argument

Slide 10 - Slide


Alcohol moet verboden worden voor jongeren tot 20 jaar.
A
stelling
B
mening
C
argument

Slide 11 - Quiz

Ben je vóór of tegen?
A
voor
B
tegen
C
geen mening

Slide 12 - Quiz


Ouders mogen altijd op je telefoon meekijken
A
stelling
B
mening
C
argument

Slide 13 - Quiz

Ben je vóór of tegen?
A
voor
B
tegen
C
geen mening

Slide 14 - Quiz


Alle wc’s op scholen moeten genderneutraal worden
A
stelling
B
mening
C
argument

Slide 15 - Quiz

Ben je vóór of tegen?
A
voor
B
tegen
C
geen mening

Slide 16 - Quiz


De gegevens van jongeren die online pesten moeten gepubliceerd worden
A
stelling
B
mening
C
argument

Slide 17 - Quiz


Ben je vóór of tegen?
A
voor
B
tegen
C
geen mening

Slide 18 - Quiz


Je moet altijd toestemming vragen voordat je een foto van iemand deelt
A
stelling
B
mening
C
argument

Slide 19 - Quiz


Ben je vóór of tegen?
A
voor
B
tegen
C
geen mening

Slide 20 - Quiz

Zijn er nog vragen?

Slide 21 - Open question

Wat is een dilemma?

Een situatie waarin je moet kiezen tussen twee lastige (of soms leuke) dingen.
Je krijgt zo een dilemma te zien:
Maak je keuze --> je geeft dus je mening.
Vertel waarom je deze keuze maakt --> je geeft dus een argument.
Dit doe je in je hoofd en als je je antwoord wil delen, steek je je hand op.

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Argumenteren

Slide 27 - Slide