wk.5 Cursus Grammatica WS

Welkom
  • Leg klaar:
  • Boek Nieuw Nederlands
  •  LessonUp: Log in bij de les!



1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Welkom
  • Leg klaar:
  • Boek Nieuw Nederlands
  •  LessonUp: Log in bij de les!



Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Lesplanning
1. Instructie: werkwoord, lidwoord, zelfstandig naamwoord en bijvoeglijk naamwoord
2. Zelf aan het werk.
3. Titel van je leesboek!




Slide 3 - Slide

Doelen
  • Je kunt het werkwoord in een zin herkennen.
  • Je kent het lidwoord en zelfstandig naamwoord en kan dit in een zin herkennen.
  • Je kent het bijvoeglijk naamwoord

Slide 4 - Slide

Zinnen
  • Zinnen zijn opgebouwd uit woorden.
  •    WOORDSOORT
  • werkwoord
  • lidwoord en zelfstandig naamwoord
  • bijvoeglijk naamwoord

Slide 5 - Slide

Even oefenen .....
  • We krijgen een les in de woordsoorten.
  • krijgen = werkwoord
  • een =  lidwoord
  • les = zelfstandignaamwoord
  • de = lidwoord
  • woordsoorten = zelfstandig naamwoord

Slide 6 - Slide

Zelfstandige naamwoorden
Woorden waar je een lidwoord voor kunt zetten, noem je zelfstandige naamwoorden (znw).

Namen zijn ook zelfstandige naamwoorden. Suzanne en Zwolle zijn dus zelfstandige naamwoorden.

Slide 7 - Slide

Zelfstandig naamwoorden
  • Je kunt er meervoud en verkleinwoord van maken. 

Slide 8 - Slide

Zelfstandig naamwoord
Geen zelfstandig naamwoord
Glas
Prachtig
Honden
Vriendschap
voor
Hengelo
die
alweer

Slide 9 - Drag question

zelfstandig naamwoord
(enkelvoud)
zelfstandig naamwoord
(meervoud)
zelfstandig naamwoord
(verkleinwoord)
hond
honden
hondje
werk
werkje
tafels
foutje
toetsen
liefde

Slide 10 - Drag question


Wat zijn lidwoorden?
A
een soort werkwoord
B
een woord dat iets zegt over een zelfstandig naamwoord.
C
goed, beter , best
D
de, het, een

Slide 11 - Quiz

Zoek de zelfstandige naamwoorden.
Vigo heeft een snelle fiets

Slide 12 - Open question

Wat zijn de lidwoorden?
De jongen draagt een hele zware tas.

Slide 13 - Open question

BIJVOEGLIJK NAAMWOORD

Vertelt meer over een zelfstandig naamwoord (znw)

Kan voor of achter het znw staan


- het spannende boek

- een spannend boek'

- het boek is spannend

Slide 14 - Slide

De slimme leerling snapt het niet.
Welk woord is het bijvoeglijk naamwoord?
A
de
B
leerling
C
snapt
D
slimme

Slide 15 - Quiz

Welk woord is in deze zin een bn (=bijvoeglijk naamwoord)?
De
mooie
bloemen
lidwoord
zelfstandig naamwoord
bijvoeglijk naamwoord

Slide 16 - Drag question

Wat is een voorbeeld van een bijvoeglijk naamwoord?
A
Blonde
B
Man
C
Paard
D
De

Slide 17 - Quiz

HET is mij veel te koud!

Is 'het' in deze zin een lidwoord?
A
lidwoord
B
geen lidwoord

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Link

Slide 20 - Link

Huiswerk
BK: Cursus 5 Grammatica, par. 1 werkwoord
KT: Cursus 5 Grammatica, par. 1 werkwoord

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Link