MG Les 2.4 Het verteringsstelsel

MG Les 2.4 Het verteringsstelsel
1 / 32
next
Slide 1: Slide
MGMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

MG Les 2.4 Het verteringsstelsel

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Het verteringsstelsel 
1 = tong
2 = mondholte
3 = speekselklieren
4 = slokdarm
5 = lever
6 = galblaas
7 = maag
8 = alvleesklier
9 = twaalfvingerige darm
10 = dikke darm
11 = dunne darm
12 = endeldarm
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13 = anus
13

Slide 3 - Slide

De weg van het voedsel
1. Mondholte > 
   voedsel  verdelen, kneden en vermengen met speeksel
2. Slokdarm > 
    voedsel  vervoeren naar de maag
3. Maag > 
    voedsel kneden en vermengen met maagsappen
    het voedsel blijft hier een paar uur opgeslagen
4. 12-vingerige darm 
    = korte darm van de maag naar de dunne darm

Slide 4 - Slide

De weg van het voedsel
5. Dunne darm > 
   voedingsstoffen opnemen in het bloed
6. Dikke darm > 
    water uit de voeding halen
7. Endeldarm > 
  verzamelt voedsel dat je niet kunt verteren = poep


8. Anus
    = kringspier, die ontspant als je moet poepen.

Slide 5 - Slide

1
2
4
5
7
10
11
12
mondholte
maag
slokdarm
dunne darm
lever
endeldarm
tong
dikke darm

Slide 6 - Drag question


Dit orgaanstelsel zorgt voor de vertering van je voedsel.

A
bloedvatenstelsel
B
verteringsstelsel
C
zenuwstelsel
D
bottenstelsel

Slide 7 - Quiz


Na de maag komt het voedsel in deze korte darm.

A
dunne darm
B
dikke darm
C
12 vingerige darm
D
endeldarm

Slide 8 - Quiz


Door deze darm gaat het voedsel van de mondholte naar de maag.

A
dunne darm
B
slokdarm
C
endeldarm
D
12 vingerige darm

Slide 9 - Quiz


Hier komt het voedsel je lichaam binnen.

A
anus
B
maag
C
lever
D
mondholte

Slide 10 - Quiz


In deze darm zitten onverteerde voedselresten voordat ze worden uitgepoept.

A
dunne darm
B
dikke darm
C
12-vingerige darm
D
endeldarm

Slide 11 - Quiz


Hiermee wordt het verteringsstelsel afgesloten.

A
anus
B
maag
C
lever
D
mondholte

Slide 12 - Quiz


In dit deel blijft het voedsel een paar uur opgeslagen
A
B
C
D

Slide 13 - Quiz


In deze darm wordt het verteerde voedsel opgenomen in het bloed.

A
dunne darm
B
dikke darm
C
12-vingerige darm
D
endeldarm

Slide 14 - Quiz


In deze darm wordt water uit het voedsel gehaald.

A
dunne darm
B
dikke darm
C
12-vingerige darm
D
endeldarm

Slide 15 - Quiz


In welk orgaan worden vooral voedingsstoffen in het bloed opgenomen?
A
B
C
D

Slide 16 - Quiz


Wat doet het bloed met de voedingsstoffen?
A
nieuwe cellen maken
B
afbreken en afvoeren uit je lichaam
C
opslaan in de bloedvaten als reserve
D
vervoeren naar verschillende delen van je lichaam (spieren, zenuwen, organen, botten)

Slide 17 - Quiz

Kauwen
hoektand
snijtand
kroon
kies
wortel
Stukken van voedsel afsnijden
Vermalen van voedsel 

Slide 18 - Slide


Hoe heet dit deel van het gebit?
Wat is de functie van dit deel?

Slide 19 - Open question


Hoe heet dit deel van het gebit?
Wat is de functie van dit deel?

Slide 20 - Open question


Waarom krijg je problemen met de spijsvertering als je veel kiezen mist?

Slide 21 - Open question


Hoe heten de onderdelen 1 en 2 van de snijtand?
1.

2.

Slide 22 - Open question

Spijsverteringssappen > afbreken van voedsel tot kleine deeltjes

Mondholte
Speekselkier maakt speeksel
Maagwand
Maagsapklier maakt maagsap
Lever
De lever maakt gal
Alvleesklier
De alvleesklier maakt alvleeskliersap
Dunne darm
De dunne darm maakt darmsap
Spijsverteringssappen bevatten enzymen  > versnellen de vertering

Slide 23 - Slide

Spieren van het darmkanaal
darm
kringspieren
lengtespieren
Door het samenknijpen van de spieren verplaatst het voedsel zich door je lichaam.

Slide 24 - Slide

Darmperistaltiek
kringspieren trekken samen
voedselbrok
darmwand
lengtespieren trekken samen
Vervoer van voedsel

Kneden van voedsel

Vermengen van voedsel met spijsverteringssappen

Slide 25 - Slide

Darmperistaltiek nadoen
fietsband met pingpongballetje

Slide 26 - Slide

fietsband
pingpongballetje
knijpen achter het pingpongballetje
voedsel
darmperistaltiek
darm

Slide 27 - Drag question


Welke 2 functies heeft de darmperistaltiek?
A
vervoeren van het voedsel door de darm
B
het kneden van het voedsel
C
het vermengen van het voedsel met spijsverteringssappen
D
A + B + C

Slide 28 - Quiz

Voedingsvezels = delen van planten, die je niet kunt verteren
Plantaardig

Geen voedingsstof

Nodig voor je darmperistaltiek

Zonder voedingsvezels raak je verstopt

Slide 29 - Slide


Welk brood heeft de meeste voedingsvezels?
A
B
C
wit brood
D
bruin brood

Slide 30 - Quiz


Waarom is bruin brood beter voor je spijsvertering?
A
Er zitten weinig voedingsvezels in. Voedingsvezels zijn niet afbreekbaar
B
De voedingsvezels in bruin brood zorgen voor een goede darmperistaltiek
C
bruin brood is lekkerder
D
Op bruin brood moet je veel meer kauwen

Slide 31 - Quiz


Kan er bij deze persoon eten of drinken van de mond in de maag komen? Leg je antwoord uit.

Slide 32 - Open question