Formuleren opfrissen

Fouten met verwijswoorden
Samen oefenen
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Fouten met verwijswoorden
Samen oefenen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Omdat dit bedrijf (1) internationale activiteiten wil ontwikkelen, gaat (2) binnenkort op zoek naar enkele buitenlandse partners.
A
1. Haar 2. zij
B
1. Zijn 2. het
C
1. Zijn 2. Ze
D
1. Haar 3. Hij

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

Zoek eerst het antecedent

Wat voor woord is het: mannelijk de-woord, vrouwelijk de-woord, het-woord of meervoudig?

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

De boom die je gekocht hebt, is prachtig, maar (1) is veel te groot voor deze tuin
A
hij
B
ze

Slide 4 - Quiz

Met hen. Er staat een voorzetsel voor.
Kijk eens naar de vrouwelijke uitgangen.
Staat er niet tussen, dus mannelijk de-woord, dus hij .

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Dat roosterprogramma gebruikt de school niet meer, omdat (1) minder goed werkt dan (2) opvolger.
A
1. Het 2. Haar
B
1. Het 2. Zijn
C
1. Hij 2. Haar
D
1. Hij 2. Zijn

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Dat roosterprogramma, dus een het-woord.
Pers. vnmw.: Het
Bezittelijk vnmw. Zijn

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

De brief heeft u wellicht onjuist geadresseerd, want wij hebben (1) nooit ontvangen.
A
Haar
B
Hem

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Kijk naar de de uitgangen van de vrouwelijke de-woorden.
Staat deze niet tussen, dus: mannelijk de-woord: hem.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Over enkele dagen mag de bevolking van Nederland opnieuw (1) stem laten horen, want dan kiest (2) een nieuwe president.
A
1. Haar 2. Hij
B
1. Haar 2. Ze
C
1. Zijn 2. Hij
D
1. Zijn 2. Ze

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het antecedent?

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Toen ik vanmiddag mijn vrienden tegenkwam, heb ik aan (1) gevraagd vanavond langs te komen.
A
hen
B
hun

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Hen/hun
Kijk in tabel: na voorzetsel 

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Nieuw Nederlands H7 Formuleren
Afmaken: opdrachten 1, 2, 3 en 4 van §1 Dubbelop en opdrachten 1 t/m 7 van §2 Fouten met verwijswoorden
Af? Maken: opdrachten 8 t/m 11 van §2 Fouten met verwijswoorden.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions