Duits week 19 (10-14 mei 2021)

Dienstag 11. Mai 2021
09:45 - 10:30
1 / 15
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 15 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Dienstag 11. Mai 2021
09:45 - 10:30

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Was machen wir heute

Rückblick
Lernziel 
Selbständig arbeiten
Check








Slide 3 - Slide

Rückblick
Vor den Ferien....... entweder Aufgabe 1 oder 2 im Buch gemacht.

Beurteilungen in SOM

Heute letzter online Unterricht, ab nächste Woche wieder in der Schule.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Lernziel 

  • Je leert de werkwoorden machen en reden in de verleden tijd vervoegen.

Slide 6 - Slide

Kapitel 4, ab Seite 100
'machen' en 'reden' in de verleden tijd. 

In de tegenwoordige tijd kun je de "esttenten" regel gebruiken maar komt er bij reden een extra 'e' in sommige gevallen.
In de verleden tijd is er ook een verschil tussen de twee.

En wat is ook alweer de stam van een werkwoord?


Slide 7 - Slide

tt van machen (stam=mach)

Ich mache
Du machst
Er/Sie/Es macht

Wir machen
Ihr macht
Sie/sie machen
tt van reden (stam=red)

Ich rede
Du redest
Er/Sie/Es redet

Wir reden
Ihr redet
Sie/sie reden

Slide 8 - Slide

vt van machen (stam=mach)

Ich machte
Du machtest
Er/Sie/Es machte

Wir machten
Ihr machtet
Sie/sie machten
vt van reden (stam=red)

Ich redete
Du redetest
Er/Sie/Es redete

Wir redeten
Ihr redetet
Sie/sie redeten

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Was macht ihr jetzt?
Machen Aufgabe 3, 4, 5 und 6, Ab Seite 100.
Je maakt de opdrachten in je boek! Volgende week in de les kijk ik of het allemaal gelukt is of dat er nog extra uitleg nodig is.

Je blijft in de les tijdens het zelfstandig werken. Om 10:25u sluiten we de les gezamenlijk af. Wat je dan nog niet af hebt is huiswerk voor volgende week.





Slide 11 - Slide

An die Arbeit!     

Aufgabe 3, 4, 5 und 6 ab Seite 100
Vragen kun je tijdens het zelfstandig werken steeds stellen.
Om 10:25u sluiten we gezamenlijk af.


Slide 12 - Slide

Lernziel Check
Je leert de werkwoorden machen en reden in de verleden tijd vervoegen.

Wat is het belangrijkste verschil in de verleden tijd bij een werkwoord waarvan de stam eindigt op een 'd' of een 't'?

Noem daarvan een voorbeeld

Slide 13 - Slide

Machen:
Aufgabe 3, 4, 5 und 6
in je boek, volgende les check!

Lernen:
Lernliste Seite 171

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide