This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Risico-inventarisatie voor voedingsmiddelen
De Nederlandse vertaling:gevarenanalyse en kritische beheerspunten
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Besmetting via huid en handen voorkom je door:
timer
0:30
A
Je handen regelmatig te wassen
B
Bij binnenkomst je handen te wassen
C
1 keer per week te douchen
Slide 19 - Quiz
Als je iets proeft tijdens het bereiden van een product dan:
timer
0:30
A
Gebruik je elke keer dezelfde lepel
B
Lik jij je vingers af
C
Gebruik je elke keer een schone lepel
Slide 20 - Quiz
Wat is het gevaar van theedoeken?
timer
0:30
A
ze worden te weinig en te laat verschoond
B
ze verspreiden bacteriën.
C
Ze worden verkeerd gebruikt.
Slide 21 - Quiz
HACCP betekent:
timer
0:30
A
Risico Analyses en Kritische controle punten
B
Hazard Analyses and Critical Control Points
C
Hygiënische analyse kritische controle punten
Slide 22 - Quiz
Waar kun je informatie over de hygiëne voorschriften in de bakkerij vinden?
timer
0:30
A
Ik vraag een collega
B
In vaktijdschriften
C
In de hygiëne code.
Slide 23 - Quiz
Hazard houdt in:
timer
0:30
A
een gevaar dat mogelijk in een product aanwezig is.
B
Het analyseren van de mogelijk aanwezig gevaren.
C
Nagaan op welke manieren deze gevaren kunnen worden voorkomen.
Slide 24 - Quiz
Een instantie die erop toeziet of er gewerkt wordt met een voedselveiligheidssysteem en controleert of de eindproducten aan een bepaalde norm voldoen is:
timer
0:30
A
Warenwet
B
De Nederlandse Voedsel- en Waren Autoriteit
C
Keuringsdienst van waren.
Slide 25 - Quiz
Wat is het verschil tussen HACCP en de hygiene code?
timer
0:30
A
De hygiëne code heeft strengere eisen
B
De hygiëne code is een vereenvoudigde versie van het HACCP-systeem.