This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 1 min
Items in this lesson
Welkom klas!
Slide 1 - Slide
Op tafel:
- laptop en log in op LessonUp
- Map
- pen
Welkom klas
timer
2:30
Slide 2 - Slide
Vandaag maandag 11 maart:
Klap je laptop weer dicht, eerst uitleg.
Boekopdracht (in delen)
Les 32
Les 21
Slide 3 - Slide
Boekopdracht (in delen)
Beantwoord vragen a, b en c.
Schrijf de antwoorden in je schrift/map.
Daarna bespreken!
timer
6:00
Slide 4 - Slide
Les 32: argumenten beoordelen
beoordelen = mening geven over iets
Open je laptop.
Slide 5 - Slide
Standpunt: Ik vind dat elke leerling op school minstens vijf talen moet leren.
Argument 1: gemakkelijker nog meer talen
Ten eerste is het belangrijk om kennis van verschillende talen te hebben. Want hoe taliger je bent, hoe gemakkelijker het wordt om een nieuwe taal te leren.
Argument 2:
Ten tweede ...
Slide 6 - Slide
Bedenk een tweede argument voor waarom leerlingen minstens 5 talen moeten leren op de middelbare school.
Slide 7 - Open question
Geef je net bedachte argument een titel.
Slide 8 - Open question
Standpunt: Ik vind dat elke leerling op school minstens vijf talen moet leren.
Argument 1: gemakkelijker nog meer talen
Ten eerste is het belangrijk om kennis van verschillende talen te hebben. Want hoe taliger je bent, hoe gemakkelijker het wordt om een nieuwe taal te leren.
Argument 2: titel
Ten tweede ...
Waarom is het handig om je argumenten titels te geven?
Slide 9 - Slide
Bedenk een voor- en een tegenargument en geef ze elk een titel. Opgroeien in de stad is beter dan opgroeien op het platteland.
Slide 10 - Open question
Bedenk een voor- en een tegenargument en geef ze elk een titel. Alle bibliotheken moeten weg.
Slide 11 - Open question
Bedenk een voor- en een tegenargument en geef ze elk een titel. Geld geven aan bedelaars moet verboden worden.
Slide 12 - Open question
Overtuigen
Slide 13 - Slide
wat weet je over de kracht van overtuigen?
Slide 14 - Mind map
Overtuigen
Feitelijke uitspraak: controleerbaar Water kookt bij 100 graden Celsius.
Waarderende uitspraak: een mening van wat goed, slecht, mooi of lelijk is Een schilderij van Van Gogh heeft altijd veel karakter.
Stel jezelf de vraag: Is dit een mening van iemand of is dit een feit?
Tip: maak nu aantekeningen.
Slide 15 - Slide
Feitelijk of waarderend? Ik ben een goede student, want ik haal alleen maar voldoendes en ben altijd op tijd.
A
Feitelijk
B
Waarderend
Slide 16 - Quiz
Feitelijk of waarderend: Mobieltjes in de klas moeten verboden worden. Ze zijn irritant.
A
Feitelijk
B
Waarderend
Slide 17 - Quiz
Het wordt tijd dat er een nieuw kabinet komt.
De inflatie is met 14,5 procent nog nooit zo hoog geweest.
De ECB verhoogt de rente om de inflatie tegen te gaan.
Het prijsplafond op de energierekening dat de regering heeft voorgesteld is niet laag genoeg en komt bovendien te laat.
feitelijke uitspraak
feitelijke uitspraak
waarderende uitspraak
waarderende uitspraak
Slide 18 - Drag question
Hij is immers veruit de beste in de debatten.
Ik denk dat Mark Rutte de verkiezingen weer gaat winnen.
standpunt
feitelijk argument
waarderend argument
Slide 19 - Drag question
Je kunt er beter niet aan deelnemen.
De kans is erg klein dat je iets wint bij de Postcodeloterij.
standpunt
feitelijk argument
waarderend argument
Slide 20 - Drag question
De Rijn is de langste rivier van Europa.
A
Feitelijk
B
Waarderend
Slide 21 - Quiz
Het eten van groente en fruit vermindert de kans op kanker.
A
Feitelijk
B
Waarderend
Slide 22 - Quiz
Bij een lekkere gegrilde vis hoort een droge, witte wijn.