Boekendoos

1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 10 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
1) Grammatica - woordsoorten
2) De regels van drie
3) Fictie 1 - les 4+5



Slide 2 - Slide

Grammatica 1 - les 1
Ik kan lidwoorden, zelfstandige naamwoorden, bijvoeglijke naamwoorden, zelfstandige werkwoorden en hulpwerkwoorden benoemen.

Slide 3 - Slide

woordsoorten - lidwoorden
de, het, een

bepaald lidwoord:         de, het
onbepaald lidwoord:   een

Slide 4 - Slide

zelfstandig naamwoord
Zelfstandig naamwoord -> geeft een naam aan zelfstandige dingen

-namen van mensen, dieren en dingen: Daniël, Woezel, Volvo, Groningen
-woorden voor concrete zaken: chocola, huis, dier, verf, e-mail
-woorden voor abstracte zaken: angst, liefde, overwinning, verdriet, succes

Slide 5 - Slide

bijvoeglijk naamwoord
Een bijvoeglijk naamwoord geeft extra informatie over het zelfstandig naamwoord. Er wordt dus informatie 'bijgevoegd'.


Zo herken je een bvnw:
-zegt iets over een zelfstandig naamwoord: de oude man, de dure auto
-kan worden verbogen: rood - rode, mooi - mooie
-staat soms voor het zelfstandig naamwoord: de rode auto
-staat soms achter het zelfstandig naamwoord: de auto is rood

Slide 6 - Slide

werkwoorden
Zelfstandig werkwoord:
Er staat altijd maar één zelfstandig werkwoord in de zin, dit is ook gelijk het belangrijkste werkwoord: lopen, fietsen, lezen

Hulpwerkwoord:
Een hulpwerkwoord 'helpt' het zelfstandig werkwoord: Ik heb een boek gelezen

Slide 7 - Slide

Opdracht
Grammatica 1 - les 1 afmaken + les 2

Slide 8 - Slide

Grammatica 1 
Ik kan lidwoorden, zelfstandige naamwoorden, bijvoeglijke naamwoorden, zelfstandige werkwoorden en hulpwerkwoorden benoemen.

Slide 9 - Slide

Boekendoos

Slide 10 - Slide