This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Tekstverbanden en signaalwoorden
Slide 1 - Slide
Planning
- Lees uit je leesboek
- Uitleg
- Tekstverband opdracht
- Kwartet
- Oefening leesvaardigheid
- Evaluatie
Slide 2 - Slide
Lees
> Lees uit je leesboek.
> In stilte.
> 15 minuten.
timer
15:00
Slide 3 - Slide
Lesdoelen
Ik leer over de tekstverbanden: chronologisch verband, opsommend verband, tegenstellend verband, toelichtend verband.
Ik leer welke signaalwoorden er bij deze verbanden horen.
Slide 4 - Slide
Welke signaalwoorden ken je al?
Slide 5 - Mind map
Tekstverbanden
- Verbanden zijn er tussen zinnen.
- Verbanden zijn er tussen alinea's.
- Die worden vaak aangegeven door signaalwoorden.
- Alinea's kunnen bij elkaar horen en vormen dan samen een deelonderwerp.
Slide 6 - Slide
Leerjaar 1:
Chronologisch verband
Opsommend verband
Tegenstellend verband
Toelichtend verband
Leerjaar 2 (H2):
Concluderend verband
Redengevend verband
Oorzakelijk verband
Vergelijkend verband
Leerjaar 2 (H3):
Doel-middel verband
Samenvattend verband
Voorwaardelijk verband
Toegevend verband
Slide 7 - Slide
Chronologisch
A
Door een hevige sneeuwbui was de helft van de weg ingestort.
B
Het is goed dat de Europese landen een verbod op zeehondenbont hebben ingevoerd, omdat de zeehondenjacht in Canada maar blijft doorgaan.
C
Mijn vrije tijd gebruik ik voor leuke dingen. In de eerste plaats sport ik graag. Verder houd ik van televisiekijken. Ook vind ik het heerlijk om een spannend boek te lezen.
D
We begonnen met een handjevol mensen. Daarna meldden zich een aantal vrijwilligers. Nu is ons gebouw al te klein.
Slide 8 - Quiz
Opsommend
A
Hoewel hij arm is, leidt hij een heel gelukkig leven.
B
We hebben Jan de Ried aangenomen vanwege zijn kennis van de markt. Daarnaast heeft hij ruime ervaring als leidinggevende.
C
De stichting Wakker Dier komt op voor de dieren. Door middel van reclamespotjes op de televisie
vraagt die club aandacht voor het ellendige leven van kippen en varkens in de bio-industrie.
D
Als je nu eerst je huiswerk afmaakt, gaan we straks naar de film.
Slide 9 - Quiz
Tegenstellend verband
A
Ik ben van mening dat we met dit product moeten stoppen, maar daar denkt mijn zakenpartner anders over.
B
Als ik naar school ga moet ik eerst met de metro naar Zuid, dan met de bus naar Hoofddorp en dan nog een stukje fietsen.
C
Om te beginnen vind ik dit boek erg vervelend om te lezen. Verder zou ik graag een ander thema willen kiezen.
D
Mijn moeder maakt graag Italiaanse gerechten zoals pasta en pizza.
Slide 10 - Quiz
Toelichtend
A
Voor een voetbalwedstrijd heb je goede conditie nodig, daarom train ik iedere week twee keer.
B
De recensent van Kidsweek vindt dit een prachtig boek. Maar in de Jeugdboekengids lees ik een heel negatieve bespreking. De meningen zijn dus nogal verdeeld.
C
De jongens in mijn klas leggen de lat niet al te hoog. Neem bijvoorbeeld Lex.
Hij gaat altijd voor een 5,5.
D
Het heeft de afgelopen winter nauwelijks gevroren. Hierdoor zijn er dit voorjaar erg veel insecten.
Slide 11 - Quiz
H4: uitleg
> Open de uitleg van H4
> Gebruik deze uitleg voor de kwartetopdracht.
Slide 12 - Slide
Kwartet
In groepjes van 2.
Een ieder krijgt 2 verbanden toebedeeld (8 kaartjes).
Noteer bovenaan het verband.
Noteer daaronder 4 verschillende signaalwoorden die daarbij horen.
Markeer op de juiste manier.
Schrijf netjes en duidelijk.
Klaar? Speel het spel!
timer
10:00
Slide 13 - Slide
Tekst: Eén dag museumstuk
> HA:
extra begeleiding: p. 4, 5
zelfstandig verder: p. 5, 6
> G:
extra begeleiding: p. 9, 10 zelfstandig verder: p. 7, 8, 9
Slide 14 - Slide
Maak de opdrachten
> Markeer je antwoord in de tekst (met kleur bijvoorbeeld)
> Zet het nummer van de vraag erbij.
> Bepaal hoe je het antwoord formuleren moet.
> Geef daarna pas online antwoord.
Klaar? Maak een wrts of quizlet aan voor de signaalwoorden
Slide 15 - Slide
Laat zien hoe jullie het kwartetspel hebben vormgegeven: