Week 38-4e Les

1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

aan de slag..
  • Maak eerst de opdrachten van Les 6 ( 1-2) p. 33-34
  • Daarna maak je de opdrachten van Les 7(1-2-3-4)p.35 t/m 37

Slide 2 - Slide


 Welk woord hoort op het stippellijntje?
 In een tekst zijn er ...... tussen woorden,  
 zinnen en alinea’s.
 

 Vraag 1 van 10
A
leestekens
B
teksten
C
verbanden
D
regels

Slide 3 - Quiz


 Hoe noem je woorden die wijzen op een 
 verband tussen zinnen of alinea’s?
 Vraag 2 van 10
A
trefwoorden
B
synoniemen
C
signaalwoorden
D
uitdrukkingen

Slide 4 - Quiz


 Hoe mag je signaalwoorden ook noemen?
 Vraag 3 van 10
A
verbindingswoorden
B
verwijswoorden
C
synoniemen
D
werkwoorden

Slide 5 - Quiz


 Op welk tekstverband wijzen de   
 signaalwoorden maar, toch en echter?
 Vraag 6 van 10
A
opsommend
B
tegenstellend
C
vergelijking

Slide 6 - Quiz


 Om welk tekstverband gaat het hier?
 Ik kreeg een hapje en een drankje. 
 Vraag 9 van 10
A
opsommende
B
vergelijking
C
tegenstellend

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Slide

 Opdracht 1: lees de tekst en beantwoord daarna vragen

Slide 9 - Slide


 Welke twee signaalwoorden zitten er in zin 2?
A
ze - aan
B
aan - met
C
toen - haal
D
eerst - toen

Slide 10 - Quiz


  Om welk tekstverband gaat het in zin 2?
A
opsommend
B
tegenstellend
C
vergelijking

Slide 11 - Quiz

 Opdracht 2: lees de tekst en beantwoord daarna vragen

Slide 12 - Slide


 Welk rood signaalwoord in de tekst wijst op een tegenstelling?

Slide 13 - Open question

Kwartet 
  • In groepjes van 2.
  • Een ieder krijgt 2 verbanden toebedeeld (8 kaartjes).
  • Noteer bovenaan het verband. 
  • Noteer daaronder 4 verschillende signaalwoorden die daarbij horen.
  • Markeer op de juiste manier.
  • Schrijf netjes en duidelijk.
Klaar? Speel het spel!

timer
10:00

Slide 14 - Slide

Maak de opdrachten
> Markeer je antwoord in de tekst (met kleur bijvoorbeeld)
> Zet het nummer van de vraag erbij.
> Bepaal hoe je het antwoord formuleren moet.
> Geef daarna pas online antwoord. 
Klaar? Maak een wrts of quizlet aan voor de signaalwoorden

Slide 15 - Slide

Memorie
http://www.memoryspelen.nl/index.php?show=8009&play#game

Slide 16 - Slide