VRAGEN LITERATUURGESCHIEDENIS 1

Wat bracht Karel de Grote naar ons land?
A
de germanen
B
de adel
C
het christendom
D
welvaart
1 / 21
next
Slide 1: Quiz
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Wat bracht Karel de Grote naar ons land?
A
de germanen
B
de adel
C
het christendom
D
welvaart

Slide 1 - Quiz

Waar houden de ridders zich mee bezig?
A
steden bouwen
B
kruistochten
C
vrouwen versieren
D
feest vieren

Slide 2 - Quiz

Wat was belangrijk op de hoven?
A
hoofs gedrag
B
kasteel bewaken
C
boeken lezen
D
offensief gedrag

Slide 3 - Quiz

Wie voerde de Tachtigjarige Oorlog aan?
A
Karel V
B
Filips II
C
Luther
D
Willem van Oranje

Slide 4 - Quiz

Wat betekent het woord "renaissance"
A
filosofie
B
wedergeboorte
C
humanisme
D
Griekse oudheid

Slide 5 - Quiz

Welke is de gouden eeuw?
A
de vijftiende eeuw
B
de zestiende eeuw
C
de zeventiende eeuw
D
de achttiende eeuw

Slide 6 - Quiz

Wat bracht in de gouden eeuw veel geld op?
A
de kolonie
B
de kunst
C
de wetenschap
D
de immigranten

Slide 7 - Quiz

Welk conflict heerste in de achttiende eeuw?
A
Franse tegen Nederlandse schrijvers
B
de burgers tegen de boeren
C
de patriotten tegen de prinsgezinden
D
de Bataven tegen de stadhouders

Slide 8 - Quiz

welke woorden horen bij
1880-1910?
A
futurisme, politiek, arbeidersbeweging en emancipatie
B
industrialisatie, politiek, wetenschap en emancipatie
C
expressionisme, politiek, arbeidersbeweging en emancipatie
D
industrialisatie, politiek, arbeidersbeweging en emancipatie

Slide 9 - Quiz

welke twee stromingen zien we tussen 1910 en 1945?
A
naturalisme en realisme
B
expressionisme en futurisme
C
romantiek en renaissance
D
controlisme en dadaïsme

Slide 10 - Quiz

Waarom verzetten de jongeren zich tegen de ouderen in de periode
1945 - 1970?
A
de ouderen snapten de muziek niet
B
de ouderen gaven de jongeren de schuld van de Koude Oorlog
C
de jongeren gaven de ouderen de schuld van oorlogsmisdaden
D
de jongeren waren werkloos

Slide 11 - Quiz

De literatuur in de 18e eeuw is beïnvloed door:
A
de burgerij
B
de verlichting
C
de romantiek
D
de kinderen

Slide 12 - Quiz

De Hollandsche Spectator wordt uitgegeven door:
A
Pieter Langendijk
B
Hubert Corneliszoon Poot
C
Jean Jacques Rousseau
D
Justus van Effen

Slide 13 - Quiz

Een toneelstuk waarin allerlei opvattingen en gewoontes bespot worden, noemen we:
A
een burgerklucht
B
een burgerblijspel
C
een zedenblijspel
D
een zedenklucht

Slide 14 - Quiz

Het spectatoriaal tijdschrift richt zich vooral op:
A
burgers
B
vrouwen
C
kinderen
D
dichters

Slide 15 - Quiz

"Het wederzijds huwelijksbedrog" is geschreven door:
A
Hubert C. Poot
B
Jean J. Rousseau
C
Pieter Langendijk
D
Justus van Effen

Slide 16 - Quiz

H.C. Poot is vooral bekend van zijn:
A
streekromans
B
melancholische essays
C
natuurpoëzie
D
didactische poëzie

Slide 17 - Quiz

Hiëronymus van Alphen vindt dat kinderen:
A
slim moeten zijn
B
netjes moeten zijn
C
braaf moeten zijn
D
vrij moeten zijn

Slide 18 - Quiz

De belangrijkste les die "De pruimenboom" ons leert is dat:
A
Jantje zijn eigen inzicht volgt
B
Jantje zijn vader gehoorzaamt
C
Jantje goed opgevoed is
D
Jantje een keurige jongen is

Slide 19 - Quiz

Betje Wolff is een vrouw:
A
die de emancipatie hoog in het vaandel heeft staan
B
die het geloof hoog in het vaandel heeft staan
C
die het amusement hoog in het vaandel heeft staan
D
die de vrijheid hoog in het vaandel heeft staan

Slide 20 - Quiz

De wijze les die we leren uit "Historie van mejuffrouw Sara Burgerhart" is dat:
A
ook meisjes zich persoonlijk moeten ontwikkelen
B
meisjes voorzichtig moeten zijn in de liefde
C
er allerlei gevaren loerden in de 18e eeuw
D
meisjes zich niet mogen vermaken

Slide 21 - Quiz