This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Schrijven 3
Slide 1 - Slide
Planning
- Herhaling
- Vragen uit de klas beantwoorden
- Oefenen in de Spellingapp of App werkwerkwoordspellen
Slide 2 - Slide
1
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
spelling
lay-out
zinnen
toon
opbouw
inhoud
deelonder-
werpen
passen er
goed bij
hoofd-
letters
en
lees-
tekens
goed
gebruikt
afwisselend
kort en
lang
sluit
aan bij
het
publiek
van de
tekst
goed
leesbaar
en
voldoende
wit
duidelijke
indeling
inleiding
kern
slot
Slide 10 - Drag question
3
Slide 11 - Slide
Tekstdoel - Activeren:je wil dat de lezer iets doet of juist niet doet
Tekstsoort - activerende tekst, bijv een advertentie
Slide 12 - Slide
Tekstdoel - Informeren: je geeft informatie.
Tekstsoort -informatieve tekst bijv een nieuwsbericht of een artikel.
Slide 13 - Slide
Tekstdoel -Overtuigen: je wil je mening geven en meestal geef je dan ook argumenten. Met argumenten probeer je de lezer te overtuigen van je mening, dus het tekstdoel is overtuigen.
Tekstsoort - overtuigende tekst bijv een recensie of een betoog in de krant.
Slide 14 - Slide
Tekstdoel - Instructies geven: je legt stap voor stap uit hoe iets moet gebeuren.
tekstsoort - instructie, bijv een kookboek of een schoolboek.
Slide 15 - Slide
Tekstdoel - Amuseren of ontroeren: je wil bij de lezer emoties oproepen.
tekstsoort - amuserende of emotieve tekst, bijv een stripverhaal of gedicht.
Slide 16 - Slide
activeren
informeren
overtuigen
instrueren
amuseren
Slide 17 - Drag question
Stappenplan van een tekst
1. Kies je onderwerp
2. Bepaal je doel en je publiek.
3. Verzamel informatie.
4. Orden informatie.
5. Schrijf en herschrijf je tekst.
6. Geef je tekst een passende lay-out
Slide 18 - Slide
Kies je onderwerp
Schrijf en herschrijf je tekst
Verzamel informatie
Geef je tekst een passende lay-out
Orden informatie
Bepaal je doel en je publiek
1
2
3
4
5
6
Slide 19 - Drag question
Welke vragen zijn er nog? Heb je geen vraag? Vul dan een X in.
Slide 20 - Open question
Ga aan de slag met de Spellingapp / app werkwoordspellen.