Ga rustig zitten, pak je leesboek en start met lezen!
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NLMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2
This lesson contains 13 slides, with text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Welkom!
timer
10:00
Ga rustig zitten, pak je leesboek en start met lezen!
Slide 1 - Slide
Wat gaan we doen?
- Terugblik (3')
- Lesdoelen doornemen (2')
- Instructie (5')
- Zelf aan de slag (20')
-> basisopdr.: 1 en 2 (p. 150 e.v.)
- Evaluatie (2')
--> VRIJDAG A.S. => KRAAK DE KLUIS
Slide 2 - Slide
Terugblik (3')
- Welke zes tekstdoelen kennen jullie?
- Welke drie leesstrategieën hebben we?
- Waar vind je kernzinnen?
Slide 3 - Slide
Lesdoelen
Aan het einde van deze les kun je..
- signaalwoorden voor opsomming, tegenstelling
en voorbeeld herkennen in een tekst.
Slide 4 - Slide
Wat is een verband in de tekst?
In een tekst sluiten zinnen en alinea's op een bepaalde manier bij elkaar
Zo kan in een zin een uitspraak staan en daar in de volgende zin een voorbeeld bij worden gegeven. Je spreekt dan van zinsverband. Er kan ook veen verband bestaan tussen alinea's
Bij ieder verband horen verschillende signaalwoorden. een signaalwoord geeft als het ware een seitnje aan de lezer: let op, nu komt er een voorbeeld of een uitleg.
In een tekst sluiten zinnen en alinea's op een bepaalde manier bij elkaar
Zo kan in een zin een uitspraak staan en daar in de volgende zin een voorbeeld bij worden gegeven. Je spreekt dan van zinsverband.
Er kan ook een verband bestaan tussen alinea's (alineaverband).
Bij ieder verband horen verschillende signaalwoorden. Een signaalwoord geeft als het ware een seintje aan de lezer: let op, nu komt er een voorbeeld of een uitleg!
Wat is een verband in een tekst?
Slide 5 - Slide
1. Uitspraak-opsomming
Bij een opsommend verband worden zaken/dingen achter elkaar genoemd.
Let op de volgende signaalwoorden:
ten eerste / tweede/ derde,
om te beginnen,ook, daarnaast, ten slotte.
Slide 6 - Slide
'Om te beginnen at ik een hamburger. Daarnaast kreeg ik een milkshake. Bovendien heb ik nog een ijsje op.'
Slide 7 - Slide
2. Uitspraak-voobeeld
In de alinea wordt extra informatie gegeven over een (deel)onderwerp, vaak in de vorm van een voorbeeld.
Je herkent dit verband aan de signaalwoorden: bijvoorbeeld, als voorbeeld, zoals, zo en denk aan...
Slide 8 - Slide
'Er zijn gerechten waarbij witte rijst gewoon hóórt. Denk aan een gevulde Mexicaanse burrito of een Indische curry.'
Slide 9 - Slide
3. Uitspraak-tegenstelling
Bij een uitspraak-tegenstelling worden in de tekst tegenovergestelde dingen genoemd.
Je herkent dit verband aan de signaalwoorden: maar, hoewel, toch, echter, tegenover, aan de ene kant..., aan de andere kant...
Slide 10 - Slide
'Ik heb goed geleerd voor de toets, maar ik heb een onvoldoende gehaald.'