WK 47: Les 2

Welkom!

timer
10:00
Ga rustig zitten, pak je leesboek en start met lezen!
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NLMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom!

timer
10:00
Ga rustig zitten, pak je leesboek en start met lezen!

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?

- Terugblik  (3')

- Lesdoelen doornemen (2')

- Instructie (5')

- Zelf aan de slag (20')

   -> basisopdr.: 1 en 2 (p. 150 e.v.)

- Evaluatie (2')



--> VRIJDAG A.S. => KRAAK DE KLUIS

Slide 2 - Slide

Terugblik (3')
-  Welke zes tekstdoelen kennen jullie?

- Welke drie leesstrategieën hebben we?

- Waar vind je kernzinnen?

Slide 3 - Slide




              Lesdoelen
Aan het einde van deze les kun je..

signaalwoorden voor opsomming, tegenstelling
    en voorbeeld herkennen in een tekst.


Slide 4 - Slide

Wat is een verband in de tekst?
  • In een tekst sluiten zinnen en alinea's op een bepaalde manier bij elkaar  

  • Zo kan in een zin een uitspraak staan en daar in de volgende zin een voorbeeld bij worden gegeven. Je spreekt dan van zinsverband. Er kan ook veen verband bestaan tussen alinea's

  • Bij ieder verband horen verschillende signaalwoorden. een signaalwoord geeft als het ware een seitnje aan de lezer: let op, nu komt er een voorbeeld of een uitleg.
  • In een tekst sluiten zinnen en alinea's op een bepaalde manier bij elkaar   

  • Zo kan in een zin een uitspraak staan en daar in de volgende zin een   voorbeeld bij worden gegeven. Je spreekt dan van zinsverband

  • Er kan ook een verband bestaan tussen alinea's (alineaverband).

  • Bij ieder verband horen verschillende signaalwoorden. Een signaalwoord   geeft als het ware een seintje aan de lezer: let op, nu komt er een   voorbeeld of een uitleg!
Wat is een verband in een tekst?

Slide 5 - Slide

1. Uitspraak-opsomming
  • Bij een opsommend verband worden zaken/dingen achter       elkaar genoemd.

  • Let op de volgende signaalwoorden: 
       ten eerste / tweede/ derde
       om te beginnen, ook, daarnaast,  ten slotte.

Slide 6 - Slide



'Om te beginnen at ik een hamburger. Daarnaast kreeg ik een milkshake. Bovendien heb ik nog een ijsje op.'

Slide 7 - Slide

2. Uitspraak-voobeeld
  • In de alinea wordt extra informatie gegeven over een   (deel)onderwerp, vaak in de vorm van een voorbeeld.

  • Je herkent dit verband aan de signaalwoorden: bijvoorbeeld, als voorbeeld, zoals, zo en denk aan...


Slide 8 - Slide



'Er zijn gerechten waarbij witte rijst gewoon hóórt. Denk aan een gevulde Mexicaanse burrito of een Indische curry.'

Slide 9 - Slide

3. Uitspraak-tegenstelling
  • Bij een uitspraak-tegenstelling worden in de tekst       tegenovergestelde dingen genoemd.

  • Je herkent dit verband aan de signaalwoorden: maar, hoewel, toch, echter, tegenover, aan de ene kant..., aan de andere kant...


Slide 10 - Slide


'Ik heb goed geleerd voor de toets, maar ik heb een onvoldoende gehaald.'

Slide 11 - Slide

Aan de slag!
Maken:
 - Basisopdrachten: 1 en 2 (p. 149-150)

 - Af? Kijk je werk na. 

-  Momentje vrij? Boek erbij! 



  

Slide 12 - Slide

Evaluatie

Slide 13 - Slide