Herhaling P2 en P3

1 / 21
next
Slide 1: Video
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Video

De verschillen in het regiem van de Rijn zijn kleiner dan de verschillen in het regiem van de Maas
A
juist
B
onjuist

Slide 2 - Quiz

In de Rijn zijn in het verleden kribben aangelegd. De afgelopen jaren zijn deze kribben op veel plaatsen verlaagd. Geef aan wat het doel was van het aanleggen van kribben;

A
verticale erosie tegen te gaan
B
de vertragingstijd in de benedenloop vergroten
C
het debietverloop vergroten
D
het beter bevaarbaar maken van rivier & het smal houden van de stroomgeul

Slide 3 - Quiz

Wat is het regiem?
A
De hoeveelheid water dat op een bepaalde plek in een rivier stroomt
B
De plek waar de rivier de zee in stroomt
C
De schommelingen in de waterafvoer door het jaar heen
D
Dat is de naam van de kleur die het water van een rivier heeft

Slide 4 - Quiz

Wat is het verval?
A
Gemiddelde daling per kilometer van rivier
B
Hoogteverschil tussen 2 plaatsen aan rivier

Slide 5 - Quiz

Paragraaf 2 
De stroomgebieden van de Rijn en Maas 

Slide 6 - Slide

Stroomgebied
Stroomgebied

Een stroomgebied,  is het gebied dat zijn water via een rivier afvoert. De grens van een stroomgebied wordt de waterscheiding genoemd.


Slide 7 - Slide

Piekafvoer
Als het waterpeil in een korte periode sterk stijgt, spreek je van een piekafvoer.

Slide 8 - Slide

Piekafvoer
Stel: het regent een tijd in Duitsland
Na een tijd komt al dat water in de Rijn
Waardoor de waterafvoer stijgt

--> Piekafvoer: De maximale afvoer van een rivier tijdens perioden met veel neerslag en/of smeltwater.

Slide 9 - Slide

Rivier profiel
Lengteprofiel: Doorsnede in de lengterichting van een rivier
  • Hoogteligging
  • Waterhoogte

Dwarsprofiel: Dwarsdoorsnede van een rivier op een bepaalde plek
  • Oeverwallen en dijken worden ook meegenomen

Slide 10 - Slide

Dwarsprofiel bedijkte rivier

Slide 11 - Slide

Check begrippen:
* Stroomstelsel (boven-, midden- en benedenloop)
* verval/verhang
* stroomgebied
* waterscheiding
* vertragingstijd
* regiem/debiet
* regen-, gletsjer- of gemengde rivier
* piekafvoer
*vertragingstijd

Slide 12 - Slide

Paragraaf 3 
Waterproblemen in Nederland

Slide 13 - Slide

Ingrepen in de waterstand
Door menselijke ingrepen is de bevaarbaarheid van rivieren en de veiligheid toegenomen. 
Bijvoorbeeld door: 
- Kanalisatie
- De aanleg van kribben: De stroomsnelheid verhogen 
- de aanleg van stuwen: waterstand kunnen regelen 

Slide 14 - Slide

Verstening van het oppervlak
Door de bevolkingsgroei zijn steeds meer steden en infrastructuur aangelegd. Het oppervlak is versteend -> door verstening laat het landoppervlak geen water meer door. 

Bedenk welke gevolgen dit zou kunnen hebben. 

Slide 15 - Slide

Gevolgen klimaatverandering
Door klimaatverandering krijgt Nederland te maken met een aantal uitdagingen:
  • Onregelmatigere neerslag (waarschijnlijk minder in de zomer, juist meer in de winter)
  • Zeespiegelstijging 

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Overige waterproblemen 
Naast overstromingsgevaar zijn er meer risico's:
  • Verzilting bij kustgebieden
  • Verdroging in hoger gelegen gebieden
  • Waterproblematiek in steden, door verstening
  • Vervuiling van (grond)water door industrie en huishoudens.

Slide 18 - Slide

Wat betekent klimaatverandering voor het neerslag regiem?
A
Het wordt extremer.
B
Er komen minder hoosbuien.
C
Het wordt gematigder.
D
Er komen kortere periodes van droogte.

Slide 19 - Quiz

Door verstening wordt de vertragingstijd steeds?
A
Korter
B
Langer

Slide 20 - Quiz

Wat is verzilting?
A
Het uitdrogen van zoet water
B
Grondwater wordt zoeter
C
Grondwater wordt zouter
D
Opdrogen van zout water

Slide 21 - Quiz