De uitvinding van de vaccinatie
De Engelse plattelandsarts Edward Jenner ontwikkelde eind achttiende eeuw een vaccin tegen de pokken, een ziekte die in deze tijd jaarlijks duizenden doden eiste.
De arts toonde de nauwe verwantschap tussen koeien-, paarden- en mensenpokken (smallpox) aan en ontdekte dat hij mensen immuun kon maken voor de pokken door hen te besmetten met het koepokvirus.
Dat we inentingen tegen allerhande ziekten tegenwoordig ‘vaccins’ noemen danken we aan Jenner. Het woord vaccin is namelijk afgeleid van het woord vaccinia, de Latijnse medische benaming voor het koepokkenvirus.