H3e week 19

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

dinsdag 10 mei 

H3e: les 1 & 2

vandaag

1e lesuur: info lezen leesboek; datum toets, herhaling grammatica samengestelde zin (PPT); gezamenlijk oefenzinnen maken (op bord); ontleden zinnen oefening B (stencil)

2e lesuur: lezen leestekst + beantwoorden vragen; daarna maken diagnostische toetsen Herkennen hoofd- en bijzin (1) + (2) op laptop

1e lesuur

- leesboek: niveau, verwerking en datum boek uit

- herhaling theorie samengestelde zin (PPT)  > zie bijlage som

- gezamenlijk drie oefenzinnen maken

- in tweetallen ontleden zinnen oefening B (stencil)

toets grammatica

toets ontleden samengestelde zin

week 20: donderdag 19 mei (15%)

leesboek

leesboek uitgelezen: donderdag 9 juni

leesboek meenemen naar de les

jullie gaan die dag presentatie over gelezen boek houden

info presentatie volgt nog 

herhaling theorie samengestelde zin

- PowerPointpresentatie staat als bijlage 

   in SOM (dinsdag 10 mei)

- PPT sheet 89 - 96

gezamenlijk oefenen!

neem de volgende zinnen over in je schrift en ontleed 

de zin volledig.

zin 1

 bwb       wg  ond   mv               bwb              wg                      iets  lv-zin

Morgen /ga/ ik /hem /als verrassing /geven /wat hij nooit zal verwachten/.

zin 2

         bwb-zin                                                         wg   o 

/Hoewel zij de beste van de klas is/, had/ ze/ de

  lv             bwb                  wg

 toets /volledig /verknald.

zin 3

Wie het hardst roept, wordt meestal als eerste geholpen in die winkel.

zelf aan de slag!

start met ontleden van de zinnen van 

stencil oefening B volledig.

2e lesuur

- lezen leestekst & beantwoord de vragen

- op laptop: maken diagnostische toets (1) en (2)

                                   > morgen bespreken resultaten

Huiswerk morgen: lezen leestekst en beantwoorden vragen

lezen leestekst

lees de tekst: daten en spelfouten

en beantwoord de vragen

diagnostische toets

- Pak je laptop en maak de twee diagnostische toetsen 

   Herken de hoofd- en bijzin (1) en (2)

- Je vindt ze via een link in som (vandaag 10 mei als bijlage)

- Maak de toetsen rustig (geen wedstrijd)

- Je mag je boek en overzicht gebruiken

Huiswerk morgen

(af)maken: lezen leestekst 'daten en spelfouten' en beantwoorden vragen bij de tekst

woensdag 11 mei

H3e: les 3

planning toets grammatica

of volgende week donderdag (week 20) > ook toets Du

of 

dinsdag 24 mei (week 21) > ook toets AK

of 

woensdag 25 mei > ook toets Nask (gekozen!)

extra uitleg grammatica

morgen (donderdag) 6e lesuur (in plaats van gs) 

in lokaal B. 120

extra uitleg & gezamenlijk maken huiswerk dinsdag 

vandaag

- oefenzinnetje ontleden

- bespreken vragen bij leestekst (huiswerk)

- korte evaluatie Diagnostische toets (van gisteren)

- maken diagnostische toets 3

- maken stencil: oefening A en B (huiswerk morgen)

zin 3

Wie het hardst roept, wordt meestal als eerste geholpen in die winkel.

antwoord

    Jantje   ond-zin              wg          bwb               bwb          wg

/Wie het hardst roept/, wordt /meestal /als eerste /geholpen/ in 

        bwb

die winkel.

bespreken huiswerk

vragen bij leestekst

Daters opgelet: taalfouten maken je officieel minder aantrekkelijk

(herhaling) theorie

onderwerp <> hoofdgedachte

aanleiding

korte evaluatie diagnostische toets

Hoe herken je hoofd- en hoe bijzin?

Hoe 'scan' je de zin?

Diagnostische toets maken + huiswerk

maak op laptop diagnostische toets (3)

klaar:

start huiswerk morgen: stencil oefening A en B

 (enkelvoudige zinnen helemaal ontleden)

donderdag 12 mei

H3e: les 4

extra uitleg grammatica

vanmiddag

12.35 uur (15 min pauze) - 13.05 uur

lokaal B. 120

volgende week

start formuleren / stijl

neem je boek en schrift mee

dinsdag 24/5 nog een les oefenen grammatica

vandaag

- korte evaluatie D-toets ontleden (3)

- bespreken huiswerk: stencil oefening A en B

- maken tekstje woordsoorten (overzicht erbij houden)

             > zelf nakijken op achterkant

- start huiswerk: maken stencil oefening C (samengestelde zinnen ontleden)

Bij een verplicht wederkerend werkwoord, is het wederkerend voornaamwoord onderdeel van het werkwoordelijk gezegde. Bij een niet-verplicht wederkerend werkwoord, is het wederkerend voornaamwoord een lijdend voorwerp.

              wg         wg

Zij /realiseert /zich /dat hij te laat is voor de training.

          wg     wg

Hij /wast /zich/ bij de oever van de rivier