This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Traumatologie quizzz
Slide 1 - Slide
Kennis: Bij welk trauma is er sprake van licht weke delen letsel?
A
ruptuur
B
contusie
C
commotio
D
fractuur
Slide 2 - Quiz
Kennis: Bij welk trauma kan er sprake zijn van een kneuzing van bot OF weke delen
A
ruptuur
B
contusie
C
commotio
D
fractuur
Slide 3 - Quiz
kennis: Wanneer er sprake is van een scheur in de aorta door een trauma, noemen we dit een aorta......
A
ruptuur
B
contusie
C
commotio
D
fractuur
Slide 4 - Quiz
Wat is Neurotrauma?
A
Een bloeding in de hersenen
B
Een breuk of luxatie
C
Is een trauma van de schedel en/of hersenen,
D
een shockende gebeurtenis
Slide 5 - Quiz
Kennis: Een patient heeft het hoofd gestoten. Bij onderzoek blijkt er een bloeding te zijn in de hersenen. Hoe noem je dit met goed medisch medisch woord?
A
commotio cerebri
B
contusio cerebri
C
epiduraal haematoom
D
infarcering
Slide 6 - Quiz
Interpretatie vraag: Een patient heeft het hoofd gestoten. Bij onderzoek blijkt er een bloeding te zijn in de hersenen. Welk beeldvormend onderzoek is hiervoor gebruikt?
A
rontgenfoto van het hoofd
B
MRI scan van het hoofd
C
CT scan hoofd MET contrast vloeistof
D
CT scan hoofd ZONDER contrast vloeistof
Slide 7 - Quiz
Kennisvraag: Wat is een dwarslaesie?
A
een beschadiging aan je ruggenmerg
B
een soort herseninfarct
C
een beroerte
D
een kneuzing van je ruggenmerg
Slide 8 - Quiz
Interpretatie vraag: Zorgvrager is op het hoofd gevallen. Symptomen zijn: misselijkheid, hoofdpijn, bewuszijnsverlies, wazig zien en vermoeidheid.
Welke van de onderstaande diagnoses is het zeker NIET?
A
schedelfractuur dak
B
commotio cerebri
C
contusio cerebri
D
schedelbasisfractuur
Slide 9 - Quiz
Kennisvraag: een zorgvrager is een paar weken geleden op het hoofd gevallen. Zij komt nu met klachten van hoofdpijn, vermoeidheid, soms verward, en misselijkheidsklachten. Dit kan passen bij een epiduraal hematoom.
A
waar
B
niet waar
Slide 10 - Quiz
Toepassen: Een zorgvrager heeft een ongeluk gehad op straat en is op rug en hoofd terecht gekomen. Je gaat naar de zorgvrager toe en wilt controleren op wervelletsel. Welke van de onderstaande handelingen hoort daar NIET bij?
A
je laat de zorgvrager testen of hij/zij het hoofd alle kanten op kan bewegen.
B
je vraag naar pijnklachten in nek of rug
C
je kijkt of zorgvrager vingers en tenen kan bewegen
D
je bekijkt de EMV score
Slide 11 - Quiz
Een patient heeft een ongeluk gehad met een stomp trauma in de buik. Als gevolg hiervan heeft patient pijn in de buik en begint de bloeddruk fors te dalen. Wat is hier meest waarschijnlijk NIET aan de hand?
A
hartinfarct
B
Miltruptuur
C
aortaruptuur
D
acuut nierfalen
Slide 12 - Quiz
timer
1:00
Dezelfde patient: wat betekent de bloeddrukdaling?
Slide 13 - Mind map
Kennis: Bij dit ziektebeeld zit er bloed tussen de thoraxwand en het longvlies
A
pneumothorax
B
longcontusie
C
longontsteking
D
haematothorax.
Slide 14 - Quiz
Kennis: zorgvrager heeft bij een thoraxtrauma gebroken ribben opgelopen.
Welk van de onderstaande uitspraken hierover klopt NIET?
A
De pijnklachten kunnen 6-8 weken aanhouden
B
de pijn zal met name optreden bij rustig zitten
C
Een mogelijke complicatie is een pneumothorax
D
Een mogelijke complicatie is een pneumonie
Slide 15 - Quiz
Kennis: zorgvrager heeft bij een thoraxtrauma een hartcontusie opgelopen.
Hieronder staan complicaties genoemd. Welke is het MINSTE te verwachten?
A
acuut hartfalen
B
hartritmestoornis
C
hartinfarct
Slide 16 - Quiz
Toepassen: Een zorgvrager heeft een auto ongeluk gehad. zij heeft nu koude voeten, daar is ook geen hartslag voelbaar in de enkels, de bloeddruk daalt en er begint zich een fors haematoom te vormen op de onderrug.
Welke van de onderstaande is de meest waarschijnlijke diagnose?
A
miltruptuur
B
hartcontusie
C
leverruptuur
D
aortaruptuur
Slide 17 - Quiz
Toepassen: Een zorgvrager heeft een auto ongeluk gehad. In het ziekenhuis aangekomen blijkt: dat zij instabiel loopt, pijn het onderrug en genitale gebied, en zij plast bloed
Welke van de onderstaande is de meest waarschijnlijke diagnose?
A
darmperforatie
B
femurfractuur
C
bekkenfractuur
D
blaasruptuur
Slide 18 - Quiz
Kennis: Bij dit trauma is er sprake van een kracht van buitenaf op het lichaams deel. Hierbij worden banden, spiere en kapsels uitgerekt. Vaak is dit rondom een gewricht.
Dit is de beschrijving van: ....
A
luxatie
B
fractuur
C
contusie
D
distorsie
Slide 19 - Quiz
Interpretatie: Een zorgvrager is 'door haar enkel gegaan'.. en heeft nu de volgende klachten: pijn, roodheid, warmte, zwelling en functieverlies.
Welk van onderstaande ziektebeelden past NIET/ HETMINSTE bij de mogelijke diagnoses?