Nederlands welkom

Nederlands 
2A 

4 april 2022
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 2

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Nederlands 
2A 

4 april 2022

Slide 1 - Slide

Vul het juiste woord in op de puntjes.
Jan ..... een hond. (hebben)
A
heeft
B
hebt
C
heefd
D
heef

Slide 2 - Quiz

De rode auto ligt vol met sneeuw.
Welk woord is de persoonsvorm?

Slide 3 - Open question

De rode auto ligt vol met sneeuw.
Wat is het onderwerp in deze zin?

Slide 4 - Open question

Welk woord in de zin is het bijvoeglijk naamwoord?
De houten tafel is bijna klaar voor de verkoop.
A
tafel
B
verkoop
C
klaar
D
houten

Slide 5 - Quiz

Welk woord in de zin is een zelfstandig naamwoord?
Mijn hond heeft veel last van zijn poot.

A
last
B
hond
C
poot
D
mijn

Slide 6 - Quiz

Welke lidwoorden ken je?

Slide 7 - Mind map

Wanneer schrijf je een hoofdletter?

Slide 8 - Mind map

Wat is het verkleinwoord van koning?

Slide 9 - Open question

Welk woord is een voorzetsel?
Jessie stapt op de fiets.

Slide 10 - Open question

Wat is het werkwoord in de zin?
Op maandag fiets ik naar school.

Slide 11 - Open question