2.3/ 2.4 onrust in de Nederlanden deel 2 v2h

Hoofdstuk 2: De opstand

2.3 Onrust in de Nederlanden
en
2.4 De opstand breekt uit

Pak je boeken en je laptop en log in op lessonup met je cals mail
1 / 15
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 2: De opstand

2.3 Onrust in de Nederlanden
en
2.4 De opstand breekt uit

Pak je boeken en je laptop en log in op lessonup met je cals mail

Slide 1 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?

Kort herhalen
Kort stukje uitleg
Filmpje

Slide 2 - Slide

Wisbordje


Wat weet je nog van vorige week?
Schrijf 3 woorden op.

Slide 3 - Slide

Wisbordje
Vul in:

  • De stadhouder en de landvoogd zijn .................... van de vorst.
  • Antwoord: plaatsvervangers

Slide 4 - Slide

Wisbordje
Als huiswerk moest je de vragen van de paragraaf beantwoorden.
Wat heb je bij deze vraag van het huiswerk opgeschreven?

Wat leidde tot onrust in de Nederland op politiek vlak?
timer
1:30

Slide 5 - Slide

Wisbordje





                          A                                                                        B
                                     Welke kerk is katholiek?

Slide 6 - Slide

Vragen die je kunt beantwoorden aan het einde van de les:
Wat leidde tot onrust in de Nederlanden op sociaal vlak?

Begrippen die je kunt uitleggen en personen die je kent:
Filips II, Hertog Alva, Margaretha van Parma, bloedplakkaten, Smeekschrift, hagenpreken, inquisitie, de beeldenstorm, Raad van Beroerte

In deze les:
 Hoofdvraag van het hoofdstuk:
 
Wat waren de oorzaken voor de Nederlandse Opstand en wat waren de gevolgen?


Slide 7 - Slide

Groeiende ontevredenheid
Mensen in de Nederlanden waren ontevreden met de Spaanse koning.
Hiervoor waren twee redenen.
1. De Nederlandse gewesten en edelen wilde geen centraal bestuur. (Politiek)
2. Veel mensen in de Nederlanden waren tegen het vervolgen van protestanten.  (Sociaal)

Slide 8 - Slide

Ketters 
  • Karel wilde dat iedereen in zijn rijk Katholiek was. Maar in de Nederlanden waren er veel mensen protestants.
  • Andersgelovigen werden Ketters  genoemd
  • Invoering Bloedplakkaten > vaak niet uitgevoerd.
De invoering van de bloedplakkaat in 1550 door Karel V. Je kreeg de doodstraf als je je hier niet aan hield. Zo werd het drukken, schrijven, verspreiden en bezitten van ketterse boeken en afbeeldingen, het bijwonen van ketterse bijeenkomsten, het huisvesten van ketters verboden.

Slide 9 - Slide

Filips II
  •     Zoon van Karel V --> erfopvolging in 1555
  • Koning van Spanje en landsheer van de Nederlanden.
  • Bestuur in de Nederlanden door Margaretha van Parma --> landvoogdes  
  • Strenger dan zijn vader > De inquisitie wordt ingesteld.
Dit was een strenge kerkelijk rechtbank. Deze rechtbank spoorde ketterij op en bestrafte ketters streng. Het controleren van het naleven van het Bloedplakkaat lag dus niet meer in de handen van de stadsbesturen.

Slide 10 - Slide

Filmpje: 'Welkom in de 80 jarige oorlog'

Aflevering 1: Het voorspel.

Schrijf tijdens het luisteren de betekenis op van deze woorden:
  • Het smeekschrift der edelen
  • De Beeldenstorm
  • Raad der Beroerte/Bloedraad

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Link

Wisbordje


Wie deden er mee aan de beeldenstorm? De katholieken of de protestanten?

Slide 13 - Slide

Wisbordje


Wie was Alfa?

Slide 14 - Slide

Paragraaf 2.3: onrust in de Nederlanden
39, 40 (blz 57), 48 (blz 59) gebruik de tekst van paragraaf 2.3 in je leerboek hiervoor.

Paragraaf 2.4: De opstand breekt uit
Opdracht 50, 51, 54 op bladzijde 60 en 61

Klaar? --> 56, 57 en 58


Aan de slag
timer
15:00

Slide 15 - Slide