Kennistoets Module Basis Anatomie

Kennistoets Module Basis Anatomie
Deze kennistoets bevat 15 vragen

Veel succes!
1 / 17
next
Slide 1: Slide
medische kennisMBOStudiejaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Kennistoets Module Basis Anatomie
Deze kennistoets bevat 15 vragen

Veel succes!

Slide 1 - Slide

Wat wordt bedoeld met een weefsel?
A
Afzonderlijke cellen
B
Groep cellen met dezelfde vorm en functie
C
Kleinste levende eenheid
D
Samenwerkende organen

Slide 2 - Quiz

Is het hart een voorbeeld van een cel, weefsel, orgaan of orgaanstelsel?
A
Cel
B
Weefsel
C
Orgaan
D
Orgaanstelsel

Slide 3 - Quiz

Wat wordt bedoeld met fysiologie?
A
Leer van de bouw en opbouw van het lichaam
B
Leer van de functies van onderdelen van het lichaam

Slide 4 - Quiz

Waar in de cel bevinden zich de chromosomen?
A
Celkern
B
Celmembraan
C
Celplasma

Slide 5 - Quiz

Hoeveel chromosomen bevatten de 'gewone' lichaamscellen?
A
23
B
25
C
45
D
46

Slide 6 - Quiz

Wat wordt bedoeld met Meiose?
A
Gewone celdeling
B
Reductiedeling

Slide 7 - Quiz

Hoeveel chromosomen bevatten de lichaamscellen na mitose?
A
23
B
25
C
45
D
46

Slide 8 - Quiz

In welke cellen vindt reductiedeling plaats?
A
Alle 'gewone' lichaamscellen
B
Geslachtscellen

Slide 9 - Quiz

Hoeveel chromosomen bevat de nieuwe cel bij bevruchting?
A
23
B
25
C
45
D
46

Slide 10 - Quiz

Welk weefsel is GEEN steunweefsel?
A
Bindweefsel
B
Been
C
Kraakbeen
D
Spierweefsel

Slide 11 - Quiz

Cel
Orgaan
Orgaan
stelsel
Weefsel
Kraakbeen
Nier
Hersenen
Spiercel
Zenuwcel
Hormoon
klieren
hart en bloedvaten
Epitheel

Slide 12 - Drag question

Wat wordt bedoeld met secretie?
A
Opnemen van stoffen in het bloed
B
Afscheiden van stoffen naar buiten

Slide 13 - Quiz

Is een zweetklier een voorbeeld van een exocriene klier of een endocriene klier?
A
Exocriene klier
B
Endocriene klier

Slide 14 - Quiz

In welke huidlaag bevindt zich het vetweefsel?
A
Hoornlaag
B
Opperhuid
C
Lederhuid
D
Onderhuids bindweefsel

Slide 15 - Quiz

Wat wordt bedoeld met resorptie?
A
Opnemen van stoffen in het bloed
B
Afscheiden van stoffen naar buiten

Slide 16 - Quiz

Einde Kennistoets 

Slide 17 - Slide