This lesson contains 17 slides, with interactive quiz and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Groep 4, Taal een zaak van alle vakken sintles 1
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Sinterklaas leeftijd, wat deed hij? kleding?
Slide 3 - Mind map
We leren
Waar Sinterklaas leefde?
Waarom de Sintgoedheiligman heet & religieuze achtergrond.
Hoe is dit een feest geworden met cadeaus, snoep en speculaaspoppen.
Meer over Sintklaas zijn kleding & de namen daarvan.
Slide 4 - Slide
Wat gaan we doen?
1) lezen tekst en direct onderstrepen.
2) 8 min, Samen werkvorm moeilijke woorden uit de tekst
3) 5 minuten, met schoudermaatje opdracht 1 tijdlijn maken (neerleggen plaatjes) & opdracht bespreken.
4) 18 minuten, opdracht 2 individueel tekening maken, controleer elkaar als schoudermaatje
5) 7 minuten, afsluiten tekening tonen: Vertellen wat je het leukste vond wat je te weten bent gekomen en waarom
Slide 5 - Slide
Rituelen van Sint hoe het Sinterklaasfeest is ontstaan - 8 min
In Nederland wordt al meer dan 700 jaar Sinterklaas gevierd. Maar Sint-Nicolaas was al veel eerder populair, in Europa en het Midden-Oosten. Hij woonde en werkte als monnik in Turkije en later in Italië en de rest van Europa. Hij is rond het jaar 300 gekozen tot bisschop van de havenstad Myra in Azië.
Sint-Nicolaas is een heilige figuur uit het rooms-katholieke geloof. Sint-Nicolaas is een beschermheilige van alle mensen die in nood verkeerden. Zo beschermd hij kinderen, ongehuwde vrouwen, kooplieden, slagers, reizigers en de stad Amsterdam. Hij hielp ook zeevarenden die in nood waren met zijn boot.
Slide 6 - Slide
De kleding van Sint
De kleding van Sint lijkt op die van bisschoppen, zoals zijn rode mantel. Bisschoppen mogen alleen ecru, geelgoud en wit dragen. Maar omdat Sint staat voor liefde en liefdadigheid waar de kleur rood voor staat, mag hij rood dragen. De mijter met kruis is de hoofddeksel op het hoofd van Sinterklaas. Op de mijter van een bisschop staat een omgekeerde T.
Paars is de kleur van de bisschop een daarom draagt sint een soort paarse rok onder zijn mantel, die heet een tabbert. Daarover draagt Sint een witte linnen jurk die een albe heet. Wit staat voor de reinheid van een bisschop en de heiligheid van iemand die gedoopt is.
Slide 7 - Slide
De kleding van Sint
De witte handschoenen droegen bisschoppen voor eens voor een soort kerkvergadering. De lange strook stof die Sint om zijn nek draagt heet een stola. Het staat voor de waardigheid van de Sint.
Verder draagt Sint als bisschop bijna altijd een rode ring met een Robijn. De staf van Sinterklas is een kromstaf die goud van kleur is en groter is dan die van gewone katholieke bisschoppen.
Slide 8 - Slide
Speculaaspoppen
Vroeger liet de Sint voor kinderen ’s morgens op 6 december snoep of een cadeautje achter. Volwassenen kregen speculaaspoppen die uitbeeldden hoe andere mensen over ze dachten. Er waren dan ook speciale ere-diensten in de kerk en grote feesten op straat.
Huiselijk feest
Na verloop van tijd werd Sinterklaas steeds meer een huiselijk feest. De cadeautjes kwamen al ’s avonds op 5 december. Zo konden ouders het samen met hun kinderen vieren: iedereen was dan thuis. Sinds ongeveer 1850 gebruikt Sint-Nicolaas de stoomboot om vanuit Spanje naar Nederland te komen.
Slide 9 - Slide
De kleding van Sint
Rode mantel
Liefde en liefdadigheid
Mijter met kruis
Tabert
Albe
Reinheid
Heiligheid
Witte handschoenen
Stola
Rode ring met een Robijn.
Kromstaf van goud
Slide 10 - Slide
moeilijke woorden
We lopen daarmee door de klas: 1 kind moeilijke woord Ander kind betekenissen op een los kaartje
Zoek naar een ander kind met een bijpassend kaartje.
Gevonden? > ga met zijn 2-en aan de zijkant staan.
timer
5:00
Slide 11 - Slide
timer
4:00
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
timer
18:00
> We letten op de punten na de zin. > Op bureau inleveren
3 zinnen erbij:
Wat vond je het mooiste van wat je te weten bent gekomen over het ontstaan en de kleding van Sinterklaas (wie) en waarom.
Slide 15 - Slide
Foto van een tekening
Slide 16 - Slide
Evaluatie
Opdrachten bespreken
Ik nodig uit: ... zinnen benoemen/ tekening te laten zien