This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Week 4
Pincode Hoofdstuk 3. Hoe werken markten?
Wat is de vraag?
Waar vinden vragers en aanbieders elkaar?
Hoe werkt de markt?
Wat speelt er op de arbeidsmarkt?
Slide 1 - Slide
Marktvorm
Om te bepalen van wat voor marktvorm er sprake is kijk je naar:
het type product: homogeen (gelijksoortige producten) of heterogeen (van elkaar verschillende producten)
het aantal aanbieders op de markt
Slide 2 - Slide
Marktvormen (globaal)
Slide 3 - Slide
Marktvormen (detail)
Slide 4 - Slide
Marktvormen (perfect)
Slide 5 - Slide
Aanbodfunctie
Je kunt de aanbodlijn tekenen met de aanbodfunctie.
Voorbeeld
De aanbodfunctie van smartphones is qa = 0,3p - 25. Wat is de aangeboden hoeveelheid qa als de prijs € 350 is?, en wat als de prijs € 150 is?
bij een prijs van is € 350 de aangeboden hoeveelheid qa = 0,3 × € 350 - 25 = 80 stuks
bij een prijs van is € 150 de aangeboden hoeveelheid qa = 0,3 × € 150 - 25 = 20 stuks
Slide 6 - Slide
Tekenen aanbodlijn
Je kunt de aanbodlijn tekenen met de aanbodfunctie.
Stappenplan (van bijvoorbeeld de vraaglijn qa = 0,3p - 25):
1. bereken de prijs als qa = 0
0 = 0,3p - 25 ⇒ -0,3p = -25 ⇒ p = -25 ÷ -0,3 ⇒ p = 83,33 ⇒ punt op de y-as (0; 83,33)
2. Bereken bij een hogere prijs dan stap 1 hoeveel er wordt aangeboden (bijv. p = 250)
qa = 0,3 x 250 - 25 ⇒ qa = 50 ⇒ punt (50; 250)
3. teken een assenstelsel met op de y-as de prijs (p) en de x-as de aangeboden hoeveelheid (q) 4. teken de berekende punten in de grafiek en trek daartussen een rechte lijn
Opdracht: teken de aanbodlijn van de aanbodfunctie qa= 5p - 100
Slide 7 - Slide
Aanbodfactoren
De aanbodfactoren beïnvloeden het aanbod:
1. de prijs (verschuiving op de aanbodlijn, zie figuur 7)
2. andere aanbodfactoren (verschuiving van de aanbodlijn, zie figuur 8)
de kosten veranderen
de technologie verbetert
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Wat gebeurt er met het aanbod van een product als de prijs ervan stijgt?
A
die daalt
B
die blijft gelijk
C
die stijgt
Slide 10 - Quiz
Wat geeft een aanbodlijn weer?
A
de kortingsbereidheid
B
de betalingsbereidheid
C
de koopbereidheid
D
de verkoopbereidheid
Slide 11 - Quiz
Wat staat er op de horizontale as (x-as) van de aanbodlijn (en ook van de vraaglijn!)
A
de prijs
B
de hoeveelheid
C
de kosten
D
de omzet
Slide 12 - Quiz
Wat is de oorzaak in een aanbodfunctie (en ook in een vraagfunctie!)
A
de prijs
B
de hoeveelheid
C
de kosten
D
de omzet
Slide 13 - Quiz
De aanbodfunctie van appels is q = 900p - 100. Wat wordt het aanbod bij een prijs per appel van € 0,50.
A
150
B
250
C
350
D
450
Slide 14 - Quiz
Wat gebeurt er met de aanbodlijn van elektrische fietsen als de kosten van accu's stijgen?
A
verschuift naar links
B
verschuift naar rechts
C
daalt
D
niets
Slide 15 - Quiz
Wat gebeurt er met de aanbodlijn van chromebooks als de prijs ervan daalt?
1. wat gebeurt er met de prijs als het aanbod daalt? 2. wat gebeurt er met de prijs als de vraag stijgt? 3. wat wordt er bedoeld met de loon-prijs spiraal?