Lezen H5 Signaalwoorden

Welkom! 
Zorg dat je voor je hebt liggen:
  • tijdschrift, leesboek
  • laptop
Zorg ervoor dat je telefoon uit is en in je tas zit.
Inhalen toetsen: 
Melle en Inti: Instructie schrijven.
Kiran en Rick: Hoofdstuk 2.
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom! 
Zorg dat je voor je hebt liggen:
  • tijdschrift, leesboek
  • laptop
Zorg ervoor dat je telefoon uit is en in je tas zit.
Inhalen toetsen: 
Melle en Inti: Instructie schrijven.
Kiran en Rick: Hoofdstuk 2.

Slide 1 - Slide

Doel van de les
  • Je weet wat het woord 'tekstverband' betekent.
  • Je weet wat het woord 'signaalwoord' betekent.
  • Je kunt in een tekst een paar signaalwoorden aanwijzen.
  • Je herkent dankzij signaalwoorden verschillende tekstverbanden.

Slide 2 - Slide

Planning 
Lezen.
Herhalen.
Uitleggen. 
Opdrachten maken.

Slide 3 - Slide

Ga lekker lezen.
timer
7:00

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Wat zijn de 4 manieren van lezen?

Slide 6 - Open question

Welke vraag stel je jezelf als je het onderwerp van een tekst wilt weten?

Slide 7 - Open question

Welke doelen kan een schrijver hebben?

Slide 8 - Open question

Signaalwoorden
en tekstverbanden

Slide 9 - Slide

Welke signaalwoorden ken jij?

Slide 10 - Mind map

Slide 11 - Video

Slide 12 - Video

Hoe noem je woorden die wijzen op een verband tussen zinnen en alinea's
A
trefwoorden
B
signaalwoorden
C
uitdrukkingen
D
synoniemen

Slide 13 - Quiz

Welk woord hoort op de stippellijn?
In een tekst zijn er...........tussen woorden, zinnen en alinea's
A
leestekens
B
teksten
C
verbanden
D
regels

Slide 14 - Quiz

Hoe mag je signaalwoorden ook noemen?
A
verbindingswoorden
B
verwijswoorden
C
synoniemen
D
werkwoorden

Slide 15 - Quiz

Welk tekstverband hoort bij de signaalwoorden -maar-, -toch-
-echter-?
A
opsomming
B
tegenstelling
C
reden
D
conclusie

Slide 16 - Quiz

Welk tekstverband hoort bij de signaalwoorden -want- en -omdat-?
A
opsomming
B
conclusie
C
tegenstelling
D
reden

Slide 17 - Quiz

Signaalwoord
Geen signaalwoord
 
   ook

   aan

  word

   zo

  door

  slecht

Slide 18 - Drag question

Tekstverband = uitleg
Tekstverband = opsomming
Tekstverband = tegenstelling
 
   ook

  bijvoorbeeld

    zo

    maar

Slide 19 - Drag question

Zelfstandig werken
Lees
de aantekeningen nog eens goed door.
Maak
Hoofdstuk 5, paragraaf 5.2 (Lezen), opdracht 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7. 
(blz. 184-189).

Hoe
Alleen en in stilte
Tijd
20 minuten
Klaar?
ga lekker lezen
Resultaat

Slide 20 - Slide