Samengestelde zinnen en voegwoorden

Samengestelde zinnen en voegwoorden
Welkom V2A
Leg je boek, pen en papier op tafel. 
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Samengestelde zinnen en voegwoorden
Welkom V2A
Leg je boek, pen en papier op tafel. 

Slide 1 - Slide

Vandaag:

H. 35 Samengestelde zinnen en voegwoorden
Je leert hoe je hoofd- en bijzinnen en voegwoorden herkent. 

Slide 2 - Slide

Enkelvoudige zin: één persoonsvorm. 

Samengestelde zin: meerdere persoonsvormen. 

Ik ga naar huis. 
Ik ga naar huis, want ik ben klaar. 

Slide 3 - Slide

Samengestelde zin

- hoofdzin: onderwerp moet naast de persoonsvorm.
- bijzin: er kan een zinsdeel tussen het onderwerp en de persoonsvorm. 

Ik ga naar huis, omdat ik klaar ben
Ik ga naar huis, want ik ben klaar. 

Slide 4 - Slide

Onderschikkende zin: hoofdzin + bijzin of bijzin + hoofdzin

Ik ga naar huis, omdat ik klaar ben.

Nevenschikkende zin: hoofdzin + hoofdzin

Ik ga naar huis, want ik ben klaar. 

Slide 5 - Slide


Ik ga naar de stad en ik koop een nieuwe tas.
A
HZ+HZ
B
HZ+BZ
C
BZ+HZ

Slide 6 - Quiz

Ik heb al online gezocht naar een tas, maar ik heb geen tas gevonden.
A
HZ+HZ
B
HZ+BZ
C
BZ+HZ

Slide 7 - Quiz

Ik heb een nieuwe tas nodig, omdat mijn oude kapot is gegaan.
A
HZ+HZ
B
HZ+BZ
C
BZ+HZ

Slide 8 - Quiz

Of de mooiste tas afgeprijsd is, moet ik nog gaan onderzoeken.
A
HZ+HZ
B
HZ+BZ
C
BZ+HZ

Slide 9 - Quiz

Vandaag ga ik een nieuwe tas kopen, want vandaag krijg ik korting.
A
HZ+HZ
B
HZ+BZ
C
BZ+HZ

Slide 10 - Quiz

Maak opdracht 1 en 2 (blz. 143). 

Overleg alleen fluisterend met diegene naast je. 

Wat niet af is, is huiswerk. 

Slide 11 - Slide