1AB: Unité 2, Grammaire I

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Bonjour !

• Prends ton livre.
  
  
• Open je boek op blz. 53
  
  
• Je bent geen laptop nodig vandaag. 

Programme

• Objectif: Je kent het werkwoord avoir in de tegenwoordige tijd.
  
  
• Devoirs
• Avoir
• 8BCD

Devoirs

• 8A.1
  
• Apprendre 1, getallen 1-20 
  
  Y a-t-il des questions ?

Le verbe avoir

• Wat betekent avoir ? 

Avoir - Hebben

• J'ai - Ik heb
• Tu as - Jij hebt
• Il / Elle / On a - Hij / Zij / Men heeft, Wij hebben
• Nous avons - Wij hebben
• Vous avez - Jullie hebben, U heeft
• Ils / Elles ont - Zij hebben 

Let op:

• J'ai: Je wordt j' vanwege de klinker
  
  
• On a: Men, wij / Vous avez: Jullie, U / Ils, Elles ont: Zij hebben
  
  
• Fransen zijn geen 12 jaar oud, Fransen hebben 12 jaar oud: J'ai douze ans, Il a douze ans

Opdracht: Avoir stampen (4 min.)

• Je krijgt zometeen 1 minuut om alle vormen van avoir op blz. 53 te stampen.
  
  
• Daarna doe je je boek dicht, en krijg je 2 minuten om alle vormen van avoir op te schrijven.
  
  
• Daarna controleer je je antwoorden.

8A.3

• We gaan de audio van 8A samen beluisteren en maken. 
  
  
• Noteer het nummer achter de vorm van avoir: 1 achter de eerste vorm van avoir, 2 achter de tweede, enz.

Au travail !

Quoi? Faire 8BCD	Avec qui? Individuellement.	Besoin d'aide? - Gebruik het rijtje op blz. 53 - Steek je hand op
Temps?	Pourquoi? Afin de pratiquer le verbe avoir.	Fini? - Faire 9B, 10 - Apprendre avoir

Programme

• Objectif: Je kent het werkwoord avoir in de tegenwoordige tijd.
  
  
• Devoirs - ✔
• Avoir (hebben) - ✔
• 8BCD - ✔

Le prochain cours

Écouter

• Devoirs:
  - Finir 8BCD, faire 9B&10 (blz. 54-55)
  - Apprendre le verbe avoir (blz. 53 / Apprendre 3)