M1: Unité 2, écouter

M1D
Armita
Juna
Sem
Sven
Dennis
Thijmen
Suze
Naomi
Duko
Misha
Quinn
Jervee
Isaura
Ky-Shawn
Ralph
Anna
Valentina
Lucas
Julien
Samantha
Justin
Megan
Docent
1 / 20
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

M1D
Armita
Juna
Sem
Sven
Dennis
Thijmen
Suze
Naomi
Duko
Misha
Quinn
Jervee
Isaura
Ky-Shawn
Ralph
Anna
Valentina
Lucas
Julien
Samantha
Justin
Megan
Docent

Slide 1 - Slide

M1C
Lotte
Isabella
Wesely
Boaz
Fenna
Mayla
Jasmijn
Lisa
Annique
Jillian
Mees
Ronan
Milan
Aram
Sasha
Yeva
Logan
Alexandro
Bego
Alysia
Sayomii
Jelte
Ryan
Docent

Slide 2 - Slide

M1B
Joan
Sterre
Sara
Fem
Aysha
Jiya
Eldin
Thomas
Thijn
Damien
Ghislaine
Angelina
Thomas R
Ryan
Siem
Reniem
Izzy
Djaya
Wesely
Thijs
Tim
Alek
Kay
Ivar
Diaz
Docent

Slide 3 - Slide

Bonjour !
  • Prends ton livre

  • Open je boek op blz. 50-51.

  • Je hebt je ipad niet nodig. 

Slide 4 - Slide

Programme
  • Objectif : je kunt een eenvoudig gesprek over familie begrijpen.
  • Je kunt getallen verstaan in korte mededelingen

  • Devoirs 9,10 
  • Prononciation, ex. 11
  • ex. 12, 13

Slide 5 - Slide

Devoirs
  • 8BCD, 9B, 10
  • Apprendre 2 en avoir

    Y a-t-il des questions ? 

Slide 6 - Slide

Exercice
Vul de juiste vorm in van het werkwoord avoir.
Schrijf waar nodig ook het persoonlijk voornaamwoord ervoor. De woorden tussen haakjes helpen je.
1 Tu ……… des amis dans la classe ?
2 Il ..... un chien et un chat
3 .……………. un euro. Ik heb (je/j‘)
4 .……………. des amis à Paris.jullie hebben (vous)


Slide 7 - Slide

Exercice
Vul de juiste vorm in van het werkwoord avoir.
Schrijf waar nodig ook het persoonlijk voornaamwoord ervoor. De woorden tussen haakjes helpen je.
1 Tu as des amis dans la classe ?
2 Il a un chien et un chat
3 j'ai un euro. Ik heb (je/j‘)
4 vous avez des amis à Paris.jullie hebben (vous)


Slide 8 - Slide

Huiswerk 9 en 10 

Slide 9 - Slide

Prononciation (ex. 11)
Franse neusklanken zijn klinkers die je deels door je neus uitspreekt, bijvoorbeeld :

un bon vin blanc 

-> Probeer maar eens om dit zinnetje uit te spreken met je neus dichtgeknepen!

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Link

Prononciation (ex. 11p. 52)
In veel Franse woorden zit een neusklank.

  • In exercice 11 staan 3 voorbeelden, en 8 Franse woorden met een neusklank. Luister naar de uitspraak, en zet een kruisje in de kolom van de klank die je hoort.
  • Daarna herhaal ik de woorden, en spreken jullie mij na.

Slide 12 - Slide

Écouter (ex. 12, 13)
Je hebt al een hoop woorden geleerd die met familie en vrienden te maken hebben.

Je gaat straks luisteren naar 2 gesprekjes die hierover gaan.

Slide 13 - Slide

Exercice 12 p.52
  • We luisteren beide gesprekjes achter elkaar.

    -> Bij het eerste gesprek beantwoord je vraag 1.
    -> Bij het tweede gesprek beantwoord je vraag 2. 

Slide 14 - Slide

Ex. 13
  • We luisteren beide gesprekjes nog een keer

    -> Bij het eerste gesprek beantwoord je vragen 1, 2 & 3
  • -> Bij het tweede gesprek beantwoord je vragen 4, 5 & 6 

Slide 15 - Slide

Ex. 13
  • Wat waren jullie antwoorden? 

Slide 16 - Slide

Avoir

Slide 17 - Slide

Programme
  • Objectif : Tu comprends une conversation sur la famille.

  • Devoirs - ✔
  • Prononciation, ex. 11 - ✔
  • ex. 12, 13 - ✔

Slide 18 - Slide

Le prochain cours...
...Grammaire (bezittelijk voornaamwoord).
  • Devoirs:
    - Apprendre 4 (blz. 69) leren
    - Faire (=maken) exercice 14 op blz. 57 (met QR-code!)

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide