Present Simple, Present Continuous, Present Perfect en Present Perfect Continuous




Recap:

Present Simple, Present Continuous, Present Perfect en Present Perfect Continuous
1 / 32
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson




Recap:

Present Simple, Present Continuous, Present Perfect en Present Perfect Continuous

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
Aan het eind van deze les weet je het verschil tussen de present simple, present continuous, present perfect en de present perfect continuous, inclusief alle uitzonderingen.

Slide 2 - Slide

Introduceer de leerdoelen aan het begin van de les, zodat de studenten weten wat ze zullen leren.
Wat weet je nog over de verschillende tijden?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Present Simple
De present simple wordt gebruikt voor gewoontes, feiten en dingen die je vaker doet/hobby's.

The bus leaves at 6 p.m.
Text

Slide 4 - Slide

Geef voorbeelden van zinnen in de present simple en vraag de studenten om zelf ook voorbeelden te geven.
Hoe stel je een vraag in the present simple?

Slide 5 - Open question

This item has no instructions

Questions & negatives
Do / Does + stam
Let op: bij de SHIT rule gaat het tweede werkwoord ook in de stam.

Do I talk a lot?
Does she talk a lot?

Onderwerp + don't / doesn't + stam

I do not / don't talk a lot
She does not / doesn't talk a lot

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Signaalwoorden
Always, never, frequently, often, sometimes, seldom, on Saturdays, in the weekend, during the week.

Denk aan regelmaat!

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Present Continuous
De present continuous wordt gebruikt voor acties die op dit moment plaatsvinden of deze keer anders gebeuren.

I am teaching at the moment.

Normally I go to France, but this year I am going to Portugal.

Slide 8 - Slide

Geef voorbeelden van zinnen in de present continuous en vraag de studenten om zelf ook voorbeelden te geven.
Signaalwoorden
(right) now, at the moment, today, this week/month/year en currently

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Hoe stel je een vraag in present continuous?

Slide 10 - Open question

This item has no instructions

Questions & negatives
Am / are is + stam-ing

Am I paying attention?

Is she smiling right now?

Are they walking there today?

Can anyone find the hidden exception the the rule?

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Present Perfect
De present perfect wordt gebruikt voor gebeurtenissen uit het verleden die invloed hebben op het heden. Ook gebruik je het om te praten over veranderingen en ervaringen.

The band has just released a new album.
The climate has changed
I have seen that movie many times

Slide 12 - Slide

Geef voorbeelden van zinnen in de present perfect en vraag de studenten om zelf ook voorbeelden te geven.
Hoe stel je een vraag in de present perfect?

Slide 13 - Open question

This item has no instructions

Questions & negatives
Have / has + stam-ed / 3e rijtje

Have you ever been to Indonesia?
Has she ever been to Indonesia?

I have not/ haven't read that book yet
She has not/ hasn't read that book yet

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Signaalwoorden
for, yet, never, ever, just, already, since +

For hours
All day long
For a couple of hours
All my life
etc..


Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Present Perfect Continuous
De present perfect continuous wordt gebruikt voor acties die begonnen zijn in het verleden en nog steeds gaande zijn.

The pupils have been working on the project since last week.

Slide 16 - Slide

Geef voorbeelden van zinnen in de present perfect continuous en vraag de studenten om zelf ook voorbeelden te geven.
Signaalwoorden
for, yet, never, ever, just, already, since. 

Fyne jas

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Quiz
Laten we nu een quiz spelen om te zien hoe goed je de verschillende tijden begrijpt.

De volgende vijf vragen gaan over de present simple & de present continuous.

Slide 18 - Slide

Maak een interactieve quiz waarbij de studenten vragen moeten beantwoorden over het gebruik van de verschillende tijden.
My sister _____ (read) a book every night.
A
is reading
B
reads
C
reading
D
read

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

They _____ (play) football right now.
A
playing
B
are playing
C
played
D
play

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

We usually _____ (go) to the gym in the morning.
A
go
B
goes
C
went
D
going

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

She _____ (watch) TV at the moment.
A
watching
B
is watching
C
watch
D
watches

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

I _____ (study) English every day.
A
study
B
studying
C
studies
D
studied

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Quiz
Laten we nu een quiz spelen om te zien hoe goed je de verschillende tijden begrijpt.

De volgende vijf vragen gaan over de present perfect & de present perfect continuous.

Slide 24 - Slide

Maak een interactieve quiz waarbij de studenten vragen moeten beantwoorden over het gebruik van de verschillende tijden.
I ___ (read) this book since yesterday.
A
have been reading
B
have read
C
read
D
am reading

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

She ___ (work) at the company since 2010.
A
has worked
B
is working
C
worked
D
has been working

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

___ you ___ (watch) TV all day?
A
Were, watching
B
Are, watching
C
Have, watched
D
Have, been watching

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

He ___ (study) English for 5 years.
A
is studying
B
has studied
C
has been studying
D
studied

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

I ___ (wait) for you for an hour.
A
am waiting
B
waited
C
have waited
D
have been waiting

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Afsluiting
Dat was het voor vandaag!

Jullie weten nu het verschil tussen de present simple, present continuous, present perfect en de present perfect continuous, inclusief alle uitzonderingen.

Slide 30 - Slide

Sluit de les af door de leerdoelen te herhalen en de studenten te bedanken voor hun deelname.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 31 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 32 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.