Present Simple, Present Continuous, Present Perfect en Present Perfect Continuous

• Engels
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Present Simple, Present Continuous, Present Perfect en Present Perfect Continuous

Today's class

• Blooket
• Grammar recap
• Listening 

Leerdoelen

Aan het eind van deze les weet je het verschil tussen de present simple, present continuous en present perfect, inclusief alle uitzonderingen.

Introduceer de leerdoelen aan het begin van de les, zodat de studenten weten wat ze zullen leren.

What tenses have we been learning about during this semester?

Present Simple

De present simple wordt gebruikt voor gewoontes, feiten en algemene waarheden.

The bus leaves at 6 p.m.

Geef voorbeelden van zinnen in de present simple en vraag de studenten om zelf ook voorbeelden te geven.

Present Continuous

De present continuous wordt gebruikt voor acties die op dit moment plaatsvinden.

I am teaching at the moment.

Geef voorbeelden van zinnen in de present continuous en vraag de studenten om zelf ook voorbeelden te geven.

Present Perfect

De present perfect wordt gebruikt voor ervaringen uit het verleden die invloed hebben op het heden. Er staat dan geen datum genoemd.

The band has just released a new album.

Geef voorbeelden van zinnen in de present perfect en vraag de studenten om zelf ook voorbeelden te geven.

My sister _____ (read) a book every night.

1. is reading
2. reads
3. reading
4. read

They _____ (play) football right now.

1. playing
2. are playing
3. played
4. play

We usually _____ (go) to the gym in the morning.

1. go
2. goes
3. went
4. going

She _____ (watch) TV at the moment.

1. watching
2. is watching
3. watch
4. watches

I _____ (study) English every day.

1. study
2. studying
3. studies
4. studied

Quiz

Laten we nu een quiz spelen om te zien hoe goed je de verschillende tijden begrijpt.

De volgende vijf vragen gaan over de present perfect & de present perfect continuous.

Maak een interactieve quiz waarbij de studenten vragen moeten beantwoorden over het gebruik van de verschillende tijden.

I ___ (read) this book since yesterday.

1. have been reading
2. have read
3. read
4. am reading

She ___ (work) at the company since 2010.

1. has worked
2. is working
3. worked
4. has been working

___ you ___ (watch) TV all day?

1. Were, watching
2. Are, watching
3. Have, watched
4. Have, been watching

He ___ (study) English for 5 years.

1. is studying
2. has studied
3. has been studying
4. studied

I ___ (wait) for you for an hour.

1. am waiting
2. waited
3. have waited
4. have been waiting

Write one sentence using the present perfect, one using the present simple and one using the present continuous

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.