3M 1.4 Chromosomen

1 / 11
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

This lesson contains 11 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Startopdracht

Verschil dieren- en plantencellen 


  1. Loop rustig het lokaal binnen en praat zachtjes
  2. Ga zitten op je stoel
  3. Oortjes doe je uit
  4. Je jas hang je over je stoel
  5. Pak je chromebook, boek, schrift + pen
  6. Maak de startopdracht (Zs) 
Neem de afbeeldingen over in je schrift en vul de celonderdelen in. 
timer
5:00

Slide 2 - Slide

Plantaardige cel en dierlijke cel
Dierlijke cel
Antwoorden startopdracht

Slide 3 - Slide

Organen en cellen
1.1 Organismen
1.2 De bouw van een organisme
1.3 Cellen van dieren en planten
1.4 Chromosomen
1.5 Gewone celdeling (mitose)
1.6 Reductiedeling (meiose)

Slide 4 - Slide

Chromosomen
  • Bevinden zich in de celkern
  • Ze bestaan uit DNA (informatie erfelijke eigenschappen) en eiwit
  • Ze komen in paren voor (23 paren bij een mens)

Slide 5 - Slide

Chromosomenkaart of portret 
  • Dit is een chromosomenportret
  • Mensen hebben 23 paren chromosomen.
  • Totaal 46 chromosomen.
  • De paren zijn gelijk, behalve de geslachtschromosomen (bij de man XY en vrouw XX)

Slide 6 - Slide

Man XY                  vrouw   XX
  • Opgerold DNA
  • Komen voor in chromosomenparen (twee dezelfde chromosomen)
  • Mensen hebben 23 chromosomenparen (46 chromosomen)

Slide 7 - Slide

Eigenschappen op chromosomen
  • Gen = een klein deel van een chromosoom 
  • Een gen bevat informatie voor 1 erfelijke eigenschap
  • 2 Genen voor één erfelijke eigenschap (want je hebt een paar chromosomen) 

Slide 8 - Slide

Chromosomen van andere soorten

Slide 9 - Slide

Huiswerk

Lezen 1.4
Maken opdracht 
1, 2, en 4 t/m 6
en 4 t/m 7
Herhalen en/of extra oefenen


Slide 10 - Slide

Leerdoelen 1.4
  • Je kunt de kenmerken van chromosomen beschrijven

Slide 11 - Slide