- Ik weet wat hoe een tekst meestal is
opgebouwd (R)
- Ik kan voorspellen waar een tekst over gaat
door de vaste onderdelen in de opbouw te bekijken (T1)
- Ik kan beoordelen of de opbouw van een tekst duidelijk en logisch is. (T2)
- Ik kan na het lezen in vijf stappen in één zin uitleggen wat een tekst probeert te vertellen (I)